Bron: Spellenlab
Merkwaardig toch dat pizza’s steeds gebruikt worden om spellen over breuken te ontwikkelen.
Op het speelbord heeft elke speler een sector waar 4 lege pizzavormen getekend staan. Eén pizzavorm heeft geen indelingen en de drie andere zijn in twee, drie of vier gelijke stukken verdeeld. De doos bevat de eigenlijke pizzastukken (hele en halve pizza’s, derden en vierden van een pizza en een aantal pizzadozen).
Wie aan de beurt komt, draait aan de wijzer van een speciaal rad. Als de pijl een deel van een pizza (1, half, derde of vierde) aanwijst, krijgt de speler het stuk en plaatst het in één van zijn eigen pizzavormen. Is het stuk niet meer voorradig dan mag de speler het ontbrekende stuk ‘lenen’ bij een medespeler. Als de pijl Madame Pizza aanwijst, mag je een stuk pizza of een doos kiezen. Het kan ook gebeuren dat de pijl er voor zorgt dat je weer iets moet afgeven. En als de pijl zegt dat je een doos moet nemen. Zodra je en pizza bezit die volledig is, mag je die doos erop plaatsen en is die pizza veilig. Pas op: je kan die doos opnieuw verliezen en daardoor kunnen stukken uit die pizza terug gestolen worden.
Wie als eerste zijn vier pizzavormen gevuld krijgt, wint het spel.
De kansfactor is zeer groot. Je moet dus niet denken om op een bepaalde manier je pizza’s gevuld te krijgen. Het spel geeft een klein beetje inzicht in de drie belangrijkste breuken (1/2, 1/3 en 1/4). Kinderen leren hier op een speelse manier over het bestaan van deze verhoudingen. Meer moet je er niet van verwachten. Maar dat pretendeert de uitgever ook niet. Dus om op een speelse manier kennis te maken met de wereld van de breuken, slaagt dit concept in zijn doel.