Schäferspiel (Herdersspel) 1988

Herder Paul heeft gewed met zijn hondjes: hij wil proberen om het hek rondom de nachtweide te sluiten voordat de honden en de schapen binnen zijn. De spelers helpen de honden en zullen alleen door goed uitkijken en samenwerken dit spel kunnen winnen.
Zoals je merkt, is ook het ‘herdersspel’ een allen-tegen-het-systeem-spel: de herder is de tegenstander!
Leuk aan dit spel is vooral het speelbord: elke keer opnieuw kan het op een andere manier samengesteld worden waardoor zowel de ‘opdracht’ als de moeilijkheidsgraad steeds veranderen. De schaapjes zullen daardoor ook telkens op een andere plaats moeten opgehaald worden en langs een andere weg naar de centrale weide, het hondenhok en huisje van de herder geleid worden.
Uiteindelijk is en blijft het een eenvoudig dobbelsteenspel. De zes kanten van de kleurendobbelsteen geven je telkens een welomlijnde opdracht: bij vier van de zes kleuren moet de speler (met zijn hond) naar het eerstvolgende vak (vooruit of achteruit) van die kleur. Bereikt hij een schaap, dan begeleidt hij het naar de weide. Overleg zal nodig zijn want de twee schapen van dezelfde kleur willen alleen samen de weide binnenstappen… Dobbelsteenworpen zullen dan ook vaak doorgegeven worden. De groene kleur op de dobbelsteen is een ‘jokerkleur’: de speler mag nu zelf een kleur kiezen!
De herder wordt steeds verplaatst als het ‘hek’ gegooid wordt. Hij loopt daarbij heen en weer tussen de kar met omheiningsdelen en en plaats waar hij de omheining opbouwt.
Dit is een spel dat het vooral moet hebben van uitkijken en overleggen. Een gezonde dosis geluk zorgt wel voor de nodige spanning.