Bron: Spellenlab
Verzin een verhaal, gebruik daarin één van de openliggende woorden en probeer uiteindelijk de meeste woordkaarten te bemachtigen.
Vijf (van de 32 grote dubbelzijdige) woordkaarten worden in het midden op de tafel gelegd. Iemand begint een verhaal en gebruikt één van de openliggende woorden. Wie dit als eerst opmerkt, plaatst zijn hand zo snel mogelijk op de gebruikte kaart. Deze speler krijgt de kaart en moet nu verder vertellen. Werd een verkeerde kaart aangeduid, dan moet die speler een eigen kaart aan de verteller geven die z’n verhaal verderzet.
Opgelet: de gebruikte woorden moeten letterlijk in het verhaal gebruikt worden! Enige concentratie van de toehoorders is dus vereist, de verteller probeert natuurlijk zoveel mogelijk valstrikjes te leggen...