Maan Roos Vis: Lotto-spel 2000

Dit lottospel is bedoeld voor beginnende lezertjes. Door het toevalselement zal het ook daarna nog kunnen boeien.
Er zijn drie verschillende niveaus en vier kaarten per niveau. De niveaus worden met stippen aangegeven aan de onderkant van de 12 kaarten. Verder beschik je nog over 108 letterkaarten (kleine letters met een horizontale lijn om geen misverstanden te geven) en 24 kanskaarten (schijven met de cijfers 1, 2 of 3 in drie kleuren).
Je kiest een niveau en legt die 4 kaarten omgekeerd op tafel. Elke speler neemt zo’n kaart. Alle letterkaartjes worden met hun gekleurde achterkant naar boven door elkaar geschoven. De kanskaarten worden met hun vraagteken naar boven door elkaar op tafel geplaatst.
De eerste speler pakt een kanskaart om het aantal en de kleur te bepalen van de letterkaarten die hij mag pakken. Pakt hij b.v. een rode drie, dan mag hij drie rode letterkaarten nemen. Als die letters op zijn lottokaart passen, worden ze daar neergelegd. Wat niet past, gaat terug naar de voorraad op tafel. De volgende speler komt aan de beurt. De speler die het eerst zijn lottokaart vol heeft, wint het spel.
Het systeem waarbij de speler aan beurt een kanskaart neemt waardoor hij een aantal letters van een bepaalde kleur mag nemen, geeft dit lottospel iets extra. Daardoor stijgt het toch boven het klassieke lottothema uit. De drie niveaus zijn goed doordacht. Woorden van het eerste niveau zijn b.v.: vis, maan, boor, aap, teen en poes. Bij niveau twee komen woorden als lees, reus, riem, pauw en ruik. En het derde niveau kent dan woorden als broek, stuur, drop, draak en wolk.

Foto's: Wilma's Spellen en Puzzels