Bron: Spellenlab
Deze doos bevat 140 vierkante kaartjes waarop 1, 2 tot 3 gekleurde lijnen getekend zijn die doorlopen, afbuigen, ontstaan of verdwijnen. De bedoeling is uiterst eenvoudig: iedere speler start met 10 willekeurige kaartjes die hij open voor zich neerlegt. Afwisselend komen de spelers aan zet en leggen dan - indien mogelijk - één van die kaartjes bij het centrale geheel. Daarna wordt een nieuw kaartje genomen. Wie niet kan, krijgt toch een extra kaartje. Winnaar wordt de speler die uiteindelijk de minste (of zelfs helemaal geen) kaartjes overheeft.
Dit is de oorspronkelijke versie van het aanlegspel. In 1984 werd een meer figuratieve versie (met waterwegen, spoorlijnen en autowegen) op de markt gebracht. De eenvoud van deze originele uitgave vinden sommigen nogal primitief en onaantrekkelijk, anderen zien er juist een educatieve meerwaarde in omdat het abstracte karakter juist zorgt voor een beter ruimtelijk inzicht.
Ook gevorderde spelers kunnen nog heel wat plezier beleven aan dit spel. Vooral als je voortdurend de mogelijkheden van je tegenspelers in de gaten blijft houden, opent dit kansen voor een iets diepgaander spel. Ga je de anderen blokkeren of hou je vooral de eigen mogelijkheden gaaf? In alle geval... zorg er steeds voor dat je voldoende plaats hebt want meestal kom je op een gewone tafel snel in (oppervlakte)problemen...
Ondertussen bestaan er al heel wat (leg)spellen op de markt die het vervolledigen van een centraal lijnenspel tot doel hebben. Contact mag hier zeker als een interessant prototype beschouwd worden!