Speel je mee? 1999

De eerste speler die zijn speelgoedkist, mand, doos of kast heeft gevuld met het gevraagde speelgoed ie de winnaar van dit spel.
Kies een speelfiguur en pak je kist, mand, doos of kast die erbij hoort. Deze kun je herkennen aan de kleur. Zet in iedere kamer een speelfiguur op het middelste kleed. De gekleurde kleden zijn de speelvelden. De jongste speler mag beginnen en daarna volgt de speler links van hem.
Gooi met de dobbelsteen en kijk wat je hebt gegooid:
ROOD: loop met je speelfiguur naar het eerstvolgende rode kleed,
BLAUW: loop naar het volgende blauwe kleed,
GROEN: loop naar het volgende groene kleed.
Als je in dezelfde kamer blijft, gebeurt er niets. Als je tijdens je beurt in een andere kamer komt, mag je een kaartje omdraaien uit deze kamer. Laat het speelgoed dat aan de andere kant staat, ook aan de andere spelers zien. Kijk of je dit speelgoed nodig hebt. Zo ja, leg dan dit ronde kaartje op jouw kaart. Je beurt is nu voorbij. Staat dit speelgoed niet op je kaart, of heb je het al, leg dan dit kaartje met de afbeelding naar beneden terug op een van de vrije plaatsen op het speelbord.
Dit hoeft niet op dezelfde plaats of in dezelfde kamer te zijn als waar jij het vond. Zie je dat een andere speler op zoek is maar dit speelgoed, probeer het dan zo terug te leggen, dat hij er voorlopig niet bij kan. Zo kun je deze beurt ook nog gebruiken om het een andere speler lestig te maken. Er mogen meerdere speelfiguren op een kleed staan.
Wie wint? Heb jij als eerst jouw mand, doos, kist of speelgoedkast vol, dan win jij het spel. De andere spelers proberen nu ook zo snel mogelijk hun kaart vol te krijgen.
Het spel oogt aantrekkelijk: heel groot speelbord met vier kamers met opstaande wanden (3D-effect), grote houten pionnen en stevige kartonnen schijven en verzamelkaarten.
Voor de doelgroep (vanaf 3 jaar) lijkt het spel haalbaar. De spelregels zijn eenvoudig te begrijpen en het spel functioneert goed.