Bron: Spellenlab
Het materiaal in de doos is degelijk en de illustraties zijn mooi. Vooral de eerste fase uit het spel is leuk: binnen de voorziene tijd een labyrinth nabouwen, wat op het eerste zicht eenvoudig lijkt, blijkt toch niet zo evident te zijn. De spelregels zelf zijn niet zo duidelijk. De uitleg wordt beperkt tot woorden, een algemene beschrijving, en het zou veel duidelijker zijn om ook te werken met concrete voorbeelden en illustraties. Je moet de regels meermaals lezen, en het spel soms wat bijsturen omdat niet alles voorzien wordt, bv. kan een vogel buiten het labyrinth vliegen?
Commentaar schenking Fred Horn:
Bevat twee boekjes met spelregels. Andere lay-out maar zelfde regels.
Eigenlijke spel
De voedselvoorraad raakt op, dus de konijnen moeten de wilde dieren trotseren en voedsel verzamelen om de kolonie te voeden. De tijd dringt en de roofdieren zijn overal, op zoek naar een gemakkelijke prooi. Gelukkig zijn er nog andere konijnen om hulp te bieden.
Het spel bevat drie rondes, met telkens twee fasen.
1) de spelers krijgen een beperkte tijd om het labyrinth op te bouwen met de tegels die ze hebben
2) het konijn volgt het pad en verzamelt zoveel mogelijk wortels en voorwerpen in een voorgeschreven aantal stappen
Indien de spelers na 3 ronden 20 wortels (1-3 spelers) of 25 wortels (4-6 spelers) weten te verzamelen, winnen ze het spel. Slagen ze hier niet in, dan verliezen ze gezamenlijk.
De labyrinthkaarten zijn onderverdeeld in 3 niveaus, afhankelijk van de ronde gebruik je kaart 1, 2 of 3. Deze kaarten tonen een labyrinth dat je moet bouwen. In ronde 1 is dit een speelveld van 3x3 tegels, in ronde 2 4x4 en in ronde 3 5x5. Voor aanvang van de ronde krijgen de spelers een aantal tegels afh. van het aantal spelers. De zandloper van de bewuste ronde wordt omgedraaid en de spelers plaatsen om beurten één van hun tegels aan het speelveld. De tegels moeten uiteraard netjes aan elkaar passen en de vorm van de labyrinthkaart kopiëren. Naast het plaatsen van een tegel kan een speler er ook voor opteren om een eerder geplaatste tegel te ruilen. Indien niet alle tegels correct of volledig geplaatst zijn binnen de voorziene tijd, leg je één extra vogelfiche om 3 tegels te veranderen/toe te voegen.
In fase 2 gaan de spelers het konijn over het labyrinth verplaatsen (kloksgewijs of tegen de klok staat aangegeven op labyrithkaart). Je beweegt van de starttegel (rode pijl) richting de uitgangstegel (groene pijl) en mag niet terugkeren op je stappen. Indien het konijn bij een wortelfiche komt, wordt deze in de puntenstapel geplaatst van de spelers. Elke speler heeft ook een karakter dat hij éénmalig per ronde kan gebruiken in z'n beurt. In de eerste ronde hebben de spelers 10 bewegingspunten om tot aan de tegel met de rode pijl te geraken (je hebt geen extra bewegingspunt nodig om eraf te bewegen). Na de beurt van elke speler gooi je met een aantal dobbelstenen, gelijk aan het aantal vogels op het bord, de fiches worden verplaatst. Deze bewegingen kunnen naar links, rechts, boven, onder, wortelfiche naar keuze of het konijn zijn.
Na de lopende ronde blijft het labyrinth liggen voor de volgende ronde. De spelers krijgen terug nieuwe tegels op handen en bouwen volgens de regels aan tot een speelveld van 4x4. Dit keer krijgen ze 60 seconden de tijd. De wortel- en vogelfiches worden wel eerst afgeruimd en nadien terug gelegd zoals aangegeven op de labyrinthkaart niveau 2. In de bewegingsfase hebben de spelers nu 15 stappen. In ronde 3 krijgen de spelers 90 seconden om het labyrinth op te bouwen en hebben ze 20 stappen. Voor het overige verlopen de rondes op identiek dezelfde wijze.
De karakters :
- vampier : je mag 2 x bewegen
- mummie : het effect van een vogel wordt geannuleerd
- oude zeiler : je mag een stap achteruit bewegen
- geest : vlieg en beweeg naar een tegel naar keuze
- bandiet : wanneer je een wortelfiche bereikt, tel je +1 wortel
- clown : verplaats een vogel naar de starttegel
De vogels :
Elke vogel heeft 2 effecten, wanneer het een wortelfiche vindt (A) of wanneer hij bij het konijn komt (B).
- uil : A) verandert een 3-wortelfiche in een 1-wortelfiche B) heractiveer het effect van het karakter
- havik : A) vernietigt het wortelfiche B) brengt je terug naar de begintegel
- kraai : A) steelt een wortel van de tegel en neemt het mee B) deactiveert het effect van het karakter
- zeemeeuw : A) steelt een wortel van de tegel en neemt het mee B) geeft je de wortels die hij al verzamelde
- vleermuis : A) verandert de wortel in een nieuwe vogel B) neemt je mee naar de eindtegel
- spreeuw : A) steelt een wortel en brengt deze naar de starttegel B) heractiveert het effect van het karakter