Bron: Spellenlab
Acht puzzelstukken vormen één grote baan. Het parcours zal bij elke wedstrijd anders liggen. Elk deel heeft twee verschillende gekleurde stukken rand. Vier originele houten brommers staan de spelertjes ter beschikking.
Iedere keer als een speler zijn brommer over het geruite veld brengt, krijgt hij een gouden schijf. Wie als eerste vijf schijven verzamelt, wint het spel.
Twee kleurendobbelstenen bepalen het koersverloop. Eerst wordt met één dobbelsteen gegooid. Wit betekent blijven staan, een ander kleur betekent dat de eigen brommer mag rijden tot aan het eerste vrije veld van dat kleur. Dat kan aangrenzend zijn, maar ook redelijk ver. Wordt bovendien de eigen kleur (van de brommer) gedobbeld, dan mag de brommer tot aan het volgende gekleurde veld rijden!
Nu mag de speler beslissen of hij de tweede dobbelsteen gebruikt. Die werkt zoals de eerste, maar houdt een risico in: als de speler dezelfde kleur dobbelt als op de eerste dobbelsteen, dan moet de brommer terug naar het startvlak en is de volgende speler aan de beurt. Dit extra blufelementje, geeft dit renspel een zekere spanning (toch zeker bij kleuters...).