Bron: Spellenlab
Elke speler heeft 10 (of 8 dieren bij meerdere spelers).
De dobbelsteen toont aan of een speler moet uitbeelden, geluiden maken of beschrijven.
Hij begint aan zijn omschrijving. De andere spelers kijken of zij het uitgebeelde dier in bezit hebben. Zo ja, dan stoppen ze het onder tafel in hun hand. Daarna wordt gekeken of ze juist geraden hebben. Indien ja, dan mag het dier in de doos gelegd worden. Wie als eerste alle dieren kwijt is, is de winnaar.
In een moeilijkere variant worden de woonplaats omschreven, moet het dier uitgebeeld worden met enkel de handen of mogen ze met de vinger tekenen.