Bron: Spellenlab
Dit spel kan je als een kruising van het "Babbelspel" en "Act-it-out" beschouwen. Een viertal sociale vaardigheden worden ingeoefend. De manier waarop is echter veel aantrekkelijker dan in die twee andere spellen.
Spelers doorlopen een groot parcours op een centraal speelbord. Vooraf krijgt elke speler een routekaart. deze kaart vertelt hen in welke volgorde ze de verschillende zones op het parcours moeten bezoeken. Daardoor lopen alle pionnen goed door elkaar over het speelbord richting het eindvak met de Coole Kikker op het strand.
Onderweg kunnen de spelers fiches verdienen door opdrachten op te lossen. Welke opdracht hangt af van het kleur van het vakje waar ze al dobbelend op terechtkomen. De spelregels leggen nog een paar speciale vakjes en situaties uit om het spelverloop wat grilliger te maken.
De klemtoon ligt op het proberen een antwoord te geven op een vraag of situatie. Komt dat antwoord overeen met het voorgedrukte voorstel, zoveel te beter. Beslist de groep medespelers echter dat je antwoord of reactie ook acceptabel is dan scoor je ook een beloningsfiche.
Als alle spelers aangekomen zijn, wint de speler met de meeste fiches.
De motor van het spel vormen uiteraard de vier stapels vraagkaarten. De spelers kiezen elk een partner met wie ze een soort rollenspel spelen op basis van de vraag (situatie) die hen (voor)gesteld wordt. Ik geef enkele voorbeelden:
.: ROOD: pesten en plagen
- Iemand pakt steeds je petje af. Doe eens voor wat je dan doet.
- Je krijgt een pestmail. Weet jij wat je moet doen?
- Je ziet dat een kind weer niet mee mag doen. Doe eens voor hoe je voor dat kind opkomt?
.: GEEL: cool
- Een meisje is woest omdat ze verliest en loopt weg. Wat denk je dan?
- Je hebt spijt van een rotopmerking. Wat kun je doen?
- Waarom is het vervelend als iemand steeds de baas speelt?
.: BLAUW: Kom op voor jezelf!
- Doe voor hoe je vraagt of je naast iemand anders mag zitten in de klas.
- De juf denkt dat je hebt afgekeken maar dat is niet zo. Wat zeg je tegen haar?
- In een restaurant krijg je soep maar er drijft een vlieg in. Wat zeg je?
.: GROEN: doe normaal
- Terwijl je met je opa praat, gaat je mobieltje af. Wat doe je dan?
- Het eten staat op tafel. Wanneer vind je dat je mag beginnen met eten?
- Hoe kun je jouw vader of moeder verrassen zonder dat je iets koopt?
Bij elke opdracht moet de speler aan beurt een mini rollenspel spelen met zijn vooraf gekozen partner (bij weinig deelnemers) of iemand uit zijn groepje (bij een groter aantal spelers). De overige spelers bekijken je reactie of antwoord op de situatie en beslissen samen of je dat goed hebt aangepakt. Vanzelfsprekend kan er een korte discussie of gesprek ontstaan waarbij suggesties gegeven worden om misschien eens op een andere manier te reageren.
De verantwoordelijkheid van de begeleider is heel groot. Zeker bij het thema pesten en plagen moet je je groep voldoende vertrouwen om de voorgestelde situaties na te spelen.
Als de groep spelers groter is kan je in teams van 4 tot 6 spelers spelen zodat het team aan de beurt onderling kan overleggen welk antwoord ze zullen geven. Deze manier van aanpakken is minder bedreigend voor sociaal zwakkere leerlingen.
De thematische verwerking, het dobbelen en rondwandelen op een parcours bekoort. Het spelmateriaal is stevig en mooi ontworpen. Het geheel oogt als een bordspel uit de speelgoedzaak. Het spel kan rechtstreeks bij de uitgever besteld worden (www.decoolekikker.nl).