Bron: Spellenlab
In dit kaartspel heb je hetzelfde doel als bij het grote originele spel: raden waar de kinderen verstopt zitten. Alleen wordt hier gebruikt gemaakt van speciale spokenkaarten en een centrale kleurenschijf.
In het midden van de tafel worden een centrale schijf gelegd. Daarop zijn vier kleuren afgebeeld (rood, geel, blauw, groen), net zoals de vier kinderen. Er is ook één (wit) spook afgebeeld.
Bij de start van het spel worden vier verschillende 'kinderkaarten' verdekt bij het juiste kleur van de schijf gelegd. Deze kaarten blijven gedurende het hele spel in het midden van de tafel liggen en vormen de basis van het geheugenspel.
De rest van de kaarten wordt op een verdekte stapel op de tafel gelegd. Spelers draaien nu elk om beurt een kaart om en voeren de opdracht uit. Er zijn kinderkaarten waarbij de speler raadt waar de overeenkomstige kaart verstopt ligt. Er zijn wisselkaarten en schuifkaarten waarbij kaarten met elkaar van plaats gewisseld worden of verschoven worden. Bij het omdraaien van een gokkaart, mag de speler gokken welke kinderkaart op de plaats van het witte spook ligt. Bij het juist spelen van een kinder- of gokkaart, mag de speler alle kaarten van de aflegstapel nemen.
Wanneer alle kaarten werden uitgespeeld, tellen de spelers hun kaarten. Wie de meeste kaarten heeft, is gewonnen en heeft de kinderen bevrijd.