Bron: Spellenlab
In dit absurde spel zijn alle spelers schapen. Ze moeten schapenkeutels, die voorgesteld worden door simpele houten blokjes in verschillende kleuren (die helemaal geen gelijkenis met keutels vertonen), in de mesthoop vegen. Daarbij moeten ze zorgen dat de schapenkeutels van andere schapen niet in de put vallen. De keutels moeten rondom de insteekfiguren geveegd worden en deze mogen niet omvallen. Wanneer dit toch gebeurt, moet de 'veger' die figuren eerst weer recht zetten en mag dan pas verder vegen. Hetzelfde geldt wanneer een speler een keutel over de rand van het spelbord veegt.
Het spel start en de spelers dobbelen elk om beurten. Wanneer een speler de mestvork dobbelt, neemt hij de mestvork (uit niet al te stevig karton) en mag hij beginnen met keutels vegen. De andere spelers dobbelen ondertussen verder tot één van hen de mestvork dobbelt. Dan wordt de mestvork gewisseld van speler. Dobbelt een speler zijn eigen kleur, dan mag hij een keutel van zijn eigen kleur van het spelbord nemen en voor zich neerleggen. Dobbelt hij een kleur van een andere speler, dan gebeurt er niets en is zijn beurt voorbij. Op het einde van een ronde, wanneer één van de spelers al zijn keutels van het spelbord heeft geveegd, worden fiches uitgedeeld. Wie na 2 rondes de meeste fiches heeft verzameld is de winnaar van het spel.
Gelukkig is het spel na 2 rondes afgelopen, want al na 1 ronde is er niet veel plezier meer aan keutels vegen.