Bron: Spellenlab
Er bestaat ook een Mow (klein doosje). Ook goed hoor, maar deze Big Box editie is zo veel leuker: je kan het spel niet alleen met veel meer spelers spelen, maar er zit een ontzettend leuk geluidje in de doos verpakt (je moet de titel maar eens in een paar vreemde accenten uitspreken en je weet wat we bedoelen...).
Deze grotere doos bevat eigenlijk twee sets kaarten. Speel je met 3 tot 5 spelers dan gebruik je de groene stapel, met meer spelers meng je de gele en groene stapel door elkaar. Elke stapel bevat 48 koeien met in totaal 74 lastige vliegen (naargelang de kleur van de koe 0-5 vliegen). Bij de start krijgt elke speler 5 kaarten in de hand. De startspeler legt de pijlkaart voor zich neer en wijst die naar zijn linkerbuur. Dit wordt de voorlopige speelrichting. Hij kiest één van zijn vijf kaarten en legt die open op tafel. Hij neemt een nieuwe kaart van de voorraad zodat hij steeds vijf kaarten in de hand heeft.
De volgende speler moet nu links of rechts van de startkaart een nieuwe koe plaatsen. Elke koe heeft een getalwaarde (van 1 t/m 15). Als de startkaart b.v. een "8" is, mag de speler links een "7" (of kleiner) plaatsen of rechts een "9" (of hoger). Om beurt moet de volgende speler steeds een hogere of een lagere koe spelen dan de rij die op tafel ontstaat. Kan of wil een speler niet meer aanvullen, dan moet hij de openliggende rij kaarten nemen. De aanwezige vliegen gaan mee naar de stal van de speler en dat is niet zo best omdat uiteindelijk de speler met het minst aantal vliegen zal winnen...
Gelukkig zitten er ook speciale koeien tussen de veestapel (anders zou dit spel niet zo leuk en spannend verlopen).
De blokkeerkoeien (0 en 16) markeren het eind van de rij links of rechts. Wie een "16" rechts van een "10" plaatst, zorgt ervoor dat spelers met koeien waarde "11-15" vloeken.
Twee acrobatische koeien (waarde 7 of 9) mogen op een koe van dezelfde waarde gespeeld worden. Heel handig als je links of rechts niets meer kan aanleggen en de gevormde rij te veel vliegen bevat.
De treuzelkoe is de enige koe die tussen twee andere koeien mag geschoven worden op voorwaarde dat er nog minstens één getal vrij is tussen die twee kaarten. Je kan die dus niet tussen een "4-5" schuiven, maar wel tussen een "4-8" of "11-13".
Tussen de gele stapel kaarten zitten ook nog kalfjes, magere koeien, een melkkoe en een gekke koe.
Een boer die geen koe kan kan of wil plaatsen, moet alle openliggende kaarten nemen. Daarna begint hij een nieuwe kudde. Elke verzamelde vlieg is niet zo best.
Zodra de laatste koe van de voorraad genomen wordt, gaat het spel verder totdat iemand weer een rij koeien naar zijn stal brengt. Iedereen telt nu zijn verzamelde (stront)vliegen en dit wordt op een blaadje genoteerd. Mow wordt verschillende keren na elkaar gespeeld totdat een sukkelaar 100 of meer vliegen heeft verzameld. Wie nu het minst last heeft van vliegen wint het spel.
Aan onze speeltafel verplichten we alle medespelers luidop "Mow" te zeggen zodra iemand een kudde koeien naar zijn stal met brengen. Je kan je best inbeelden welke sfeer dit charmant kaartspelletje biedt.
Mow speelt vlot. Het laat zich makkelijk uitleggen. De uitlegkaartjes doen hun werk. Zowel in kleine als grote bezettingen functioneert het spelmechanisme. Het kleinere doosje is ook prima hoor. Maar in deze doos kan je een elektronisch koetjes "Mow" laten zeggen door er met je hand boven te zweven...