Bron: Spellenlab
Twee spelers worden van een misdaad beschuldigd. Hun enige manier om zich vrij te spreken is een perfect alibi.
In dit spel is een spelleider belangrijk. Hij stuurt het spel en neemt de belangrijkste beslissingen. Niet voor niets wordt hij de “Opperrechter” genoemd. Het spel verloopt over vijf opeenvolgende ronden.
1. De aanklacht
De Opperrechter duidt twee spelers aan die hij verdenkt van een misdaad. De rechter kan een misdaad volledig zelf verzinnen, maar hij kan ook een keuze maken uit de 15 beschikbare aanklachtkaarten. Met wat gevoel voor dramatiek wordt de beschuldiging voorgelezen (en becommentarieerd). Daarna vraagt hij de twee verdachten waar ze zich op het ogenblik van dit misdrijf bevonden. De verdachten kiezen een alibikaart die zij denken te kunnen verdedigen (b.v. de bioscoop). Dit alibi wordt aan alle andere spelers bekend gemaakt.
2. De isolatie
De twee verdachten worden nu naar een aparte kamer gebracht en krijgen 3 minuten om hun verdediging voor te bereiden. Zij moeten antwoorden anticiperen op vragen die de aanklagers hen straks zullen stellen. Welke film gingen jullie bekijken? Waar zaten jullie in de zaal? Wanneer begon de film? Aten jullie popcorn? Wie betaalde de tickets? Wie koos de film?
Ondertussen brainstormen de aanklagers (alle overige spelers) welke vragen ze straks aan dit duo zullen stellen. Meestal wordt afgesproken een 8 à 10 vragen te noteren.
3. Het eerste verhoor
Na afloop van de drie minuten brengt de Opperrechter de eerste verdachte binnen. Hij moet nu op elk van de hem gestelde vragen een antwoord geven. Hij mag niet zeggen dat hij het vergeten is of iets echt niet weet. Op elke vraag moet een duidelijk antwoord komen. Vanzelfsprekend mag de tweede verdachte hier helemaal niets van horen.
4. Het tweede verhoor
De tweede verdachte moet nu ook dezelfde reeks vragen beantwoorden.
5. Het oordeel
De Opperrechter wacht nu de moeilijke taak: hij moet de antwoorden van beide verdachten met elkaar vergelijken en een oordeel vellen. Als meer dan de helft van de gegeven antwoorden met elkaar overeen komen, dan houdt het alibi van beide verdachten stand en winnen ze de partij. Overwegen echter de tegenstrijdigheden in de antwoorden dan winnen de onderzoekers de partij.
Commentaar
De taak van Opperrechter mag niet onderschat worden. Hij moet het spel modereren, onderzoekers en verdachten terechtwijzen of verder helpen maar hij moet vooral de aard van vragen en de antwoorden in de gaten houden. Zo mogen geen vragen gesteld worden die niets met het alibi te maken hebben (zoals vragen over de kleding van de verdachten). Ook vragen over het misdrijf zelf mogen niet gesteld worden. Het gaat om het alibi zelf. De verdachten mogen ook geen serieantwoorden geven, zoals twee, veel, geen, niets...
Bij grotere groepen kan je een aantal spelers de rol geven van jury. Zij mogen geen vragen stellen, maar moeten samen met de rechter in eer en geweten een oordeel vellen. De verdachten kunnen eventueel ook een advocaat ter beschikking krijgen die voor hen een pleidooi houdt.
Dit kleine doosje bevat een heel knap communicatief spel voor grotere groepen. Het bevat 16 aanklachten en 70 verschillende alibi’s. De beklaagden mogen uit alle alibi’s er eentje selecteren die volgens hen het best te verdedigen valt tegen de aanklacht waartegen ze optornen. De drie minuten waarin beide beklaagden en de onderzoekers hun antwoorden en vragen formuleren verlopen zeer spannend.
Het perfecte alibi staat of valt met het humoristisch talent van de betrokkenen. De auteurs beweren dat het spel met 20 deelnemers kan gespeeld worden, maar dan moet het echt wel een groep zijn die behoorlijk in de stemming is. Ik beveel een groep van 6 tot 10 spelers aan. In deze groep kan iedereen eens de rol van de beklaagden spelen zonder dat het begint te vervelen.
“Das perfekte Alibi” is een leuk alternatief voor een partij Weerwolven.