Bron: Spellenlab
Ikarus bevat 30 kaarten met daarop telkens 4 getallen en een grote of kleine gekleurde cirkel. De getallen variëren tussen 1 en 30 en staan elk op een anders gekleurde vierhoek in de vorm van een vlieger.
Om het spel te spelen worden 5 kaarten in een cirkel op tafel gelegd en dit met de gekleurde stip naar binnen. Daarna wordt in het midden een extra kaart geplaatst. Deze centrale kaart is de startkaart van de op te bouwen serie. De gekleurde stip onderaan de startkaart verwijst naar de tweede kaart: de kleur geeft aan welke getallen moeten bekeken worden, de grootte zegt welk getal precies gezocht moet worden. Zo verwijst een grote rode stip naar de kaart in de cirkel met daarop het grootste getal met rode achtergrond. Die kaart geeft dan meteen de volgende aan in de 'rij'. Let wel: kaarten die reeds werden gebruikt, tellen niet meer mee! Op deze manier wordt steeds een andere ketting gevormd en bereikt men de gezochte kaart. Alle spelers zoeken in gedachten tegelijkertijd naar de eindkaart!
De speler die als eerste de eindkaart kan aanduiden, wint de ronde en krijgt de laatste kaart van de ketting. Na het openleggen van een nieuwe startkaart, wordt opnieuw gezocht. Zodra geen nieuwe startkaarten meer beschikbaar zijn, eindigt het spel. Winnaar is de speler die de meeste kaarten kon verzamelen.
‘Ikarus’ is een schitterend concentratiespel dat gebaseerd is op de begrippen kleiner en groter. De eenvoud van dit spelletje illustreert de genialiteit van Reinhard Staupe als spelauteur. Hij heeft nog tal van andere pareltjes bedacht!