TwinFit Causa (Welke oorzaak leidt tot welk effect?)

In de spelregels staat volgende doelstelling bij de reeks TwinFit:
Doel van TwinFit is het ter sprake brengen van a) de afgebeelde voorwerpen en situaties, maar ook b) de tussen de twee kaarten bestaande relatie. Dit kan zowel a) woordgewijs als ook b) zingewijs gebeuren. Alle spelers zullen hun doen en laten door het benoemen van de voorwerpen of door het beschrijven van de samenhang moeten begeleiden. Dit betekent dat er met TwinFit zowel op woordniveau als ook op zinniveau kan worden.

In de doos 'Welke oorzaak leidt tot welk effect?' komen volgende paren aan bod:
Mama is boos omdat ik mijn tong heb uitgestoken.
Er is een vlek op mijn trui omdat ik op een tube heb geduwd.
Ik heb een muggenbeet omdat een mug me heeft geprikt.
Ik glijd uit over een bananenschil omdat iemand die op de grond heef gegooid.
Er is een buil op mijn hoofd omdat ik mijn hoofd aan een balk heb gestoten.
Alle kegels zijn omgevallen omdat iemand er een bal naar gerold heeft.
Mijn zusje is blij omdat ze het grote pak dat ze kreeg heeft opengemaakt.
De ballon knalt omdat iemand er met een naald in prikt.
De bal vliegt in het doel omdat iemand er een trap heeft op gegeven.
De ballon wordt steeds groter omdat iemand die opblaast.
Mijn tanden zijn mooi omdat ik ze elke dag poets.
Mijn voet doet pijn omdat ik er een zwaar gewicht heb op laten vallen.
Het eten is opgediend omdat iemand het vooraf heeft klaar gemaakt.
Mijn zus valt om omdat iemand de deur openmaakt en tegen haar aanduwt.
Een plantje begint te groeien omdat iemand het ooit gezaaid heeft.
De vaas ligt in scherven op de grond omdat hij van de tafel is gevallen.
Ik ben moe omdat ik hard heb gelopen.
Het bos staat in brand omdat iemand een brandende lucifer heeft laten vallen.
Iemand heeft zijn been gebroken omdat hij tijdens het skiën gevallen is.
We zien mooi vuurwerk in de lucht omdat iemand de lont eraan heeft aangestoken.
Er ligt een grote plas op de speelplaats omdat het hard geregend heeft.
Iemand weeg veel omdat ze voortdurend taart eet.
Mijn papa moet niezen omdat er een vlinder op zijn neus heeft gezeten.
Mijn ijsje smelt omdat de zon schijnt.