Bron: Spellenlab
Deze kleine firma uit Knokke (www.senetspel.be) heeft de verdienste om oude traditionele spellen opnieuw uit te geven in een vormgeving die heel nauw aansluit bij de oudst bekende archeologische vondsten.
Naast het eerder verschenen Senet ligt nu een heel mooie houten heruitgave van het Koninklijk Spel van Ur voor me op tafel, een spel dat door archeologen beschouwd wordt als een voorloper op Backgammon.
Een kleine lade herbergt alle spelmateriaal (dat eveneens in hout uitgevoerd werd). Het speelbord oogt erg aantrekkelijk. De illustraties in de verschillende vakjes lijken sprekend op die van het origineel dat zich in het British Museum te London bevindt.
Over de spelregels zijn reeds vele studies gepresenteerd. De stad Ur (Irak) werd van 1922 tot 1934 onderzocht door de Brit Sir Leonard Wooley. In enkele van de 17 koninklijke graven werden speelborden als deze opgegraven.
De spelregels vormen een heel apart verhaal. Een klein spijkerschrifttablet werd jarenlang onderzocht en bleek een reisverslag te bevatten waarin dit spel werd beschreven.
De meeste hedendaagse edities beschrijven meerdere spelvarianten. Deze editie wijkt, naar mijn gevoel, nogal af van de interpretatie die Dr. Irving Finkel (conservator British Museum en vertaler van het bewuste tablet) voorgesteld heeft op een colloquium van Board Game Studies.
In het racespel proberen beide spelers hun 7 speelstukken zo vlug mogelijk over hun parcours te spelen. De centrale as van het speelbord dient als gemeenschappelijk parcours en is gevaarlijk omdat daar stukken kunnen geslagen worden. Enkel de vakken met een rozet zijn veilig. Vier speciale vierzijdige dobbelstenen bepalen hoeveel vakjes de speelstukken kunnen bewegen.
Om een speelstuk in het spel te brengen, moet een ‘1’ gedobbeld worden. Nadat de stukken de hele weg afgelegd hebben, moeten ze met een precieze worp het bord verlaten. Deze spelelementen doen me denken aan hedendaagse varianten op Mens Erger Je Niet.
Als je de spelregel van dit racespel naast die van de uitgave van het British Museum legt, dan lees je een heel ander verhaal (zie die recensie). Ik ben geneigd die uit London als authentieker te beschouwen. De manier waarop de speelstukken op het speelbord bewegen voelt niet correct aan. Het spel functioneert, maar voelt te veel als Mens Erger Je Niet aan i.p.v. het meer tactische Backgammon.
Er wordt echter ook een tweede variante voorgesteld. Dit strategisch spel is echter zo slecht vertaald in het Nederlands dat de meeste spelers meteen afhaken na lezing. Als je de bijgeleverd Engelstalige regels leest, besef je al wat meer waarover het gaat. Beide spelers moeten na plaatsing van 6 eigen speelstukken al dobbelend deze stukken verplaatsen zodat ze op welomschreven posities eindigen. Ze worden dus niet van het speelbord gespeeld maar blijven er voortdurend staan. Wie er als eerste in slaagt om zijn 6 stukken op de beschreven vakken te plaatsen, wint het spel.
Deze variant speelt inderdaad veel tactischer. Maar als je deze weer vergelijkt met de uitgave onder beheer van Dr. Irving Finkel dan lees je weer een heel ander verhaal. Het lijken twee totaal verschillende varianten met zelfs ander spelmateriaal!
Op zich is dit niet zo erg natuurlijk. Een kleine zoektocht op internet levert nog een aantal andere varianten. Als leek kom je tot de conclusie dat men het eigenlijk niet weet...
Deze editie is echter wel heel mooi vormgegeven. Ik speel het liefst de varianten beschreven door het British Museum maar dan wel met dit spelmateriaal.