Bron: Spellenlab
Ligretto is één van die kaartspellen waarbij alle spelers lekker chaotisch door elkaar kaarten zo vlug mogelijk proberen uit te spelen.
Schmidt brengt drie doosjes op de markt: blauw, groen en rood. Het maakt niet uit welke doos je eerst koopt. In elke doos zitten 160 kaarten die elk uit 4 sets van 40 kaarten bestaan met een eigen rugmotief. Met één doos kunnen tot 4 spelers deelnemen aan een partij. Koop je een andere gekleurde doos dan krijg je 160 kaarten met andere rugmotieven waardoor 8 spelers kunnen deelnemen en met een derde doos zit je met 12 rond de tafel.
Elke speler krijgt een eigen set van 40 kaarten. De rugzijde toont een motief dat enkel dient om te weten wiens kaarten dit zijn. De voorzijde toont de getallen 1-10 in vier verschillende kleuren. Elke speler mengt zijn eigen pak en telt er 10 verdekt af die zijn "Ligretto-stapel" vormen. Deze "Ligretto-stapel" wordt open voor de speler op tafel gelegd. Hiernaast plaatst elke speler nog eens 3 kaarten open. Die vormt zijn "rij". De overige kaarten gaan verdekt in de hand.
Iemand roept "Ligretto" om het spel te starten. Iedereen probeert gelijktijdig, lekker chaotisch door elkaar, zo vlug mogelijk alle kaarten van de eigen "Ligretto-stapel" uit te spelen. De manier waarop is vrij eenvoudig. Eerst moet in het midden van de tafel een "1" gespeeld worden. Hierop komt dan een "2" in dezelfde kleur, daarop een "3" van die kleur, enz. totdat de "10" er ligt. Wie welke kaart wanneer speelt, maakt niet uit. Enkel de volgorde en de kleur zijn belangrijk. Er kunnen meerdere aflegstapels gelijktijdig gebruikt worden.
Waar komen die kaarten vandaan? In principe zoveel mogelijk uit je "Ligretto-stapel". Maar dat is vanzelfsprekend onvoldoende als voorraad. Vandaar dat er nog twee mogelijkheden zijn. Elke speler kan steeds één van de drie openliggende kaarten uit zijn "rij" gebruiken en vervolgens de vrijgekomen plaats opvullen met de bovenste kaart van zijn "Ligretto-stapel". Of hij kan de drie bovenste kaarten uit zijn handvoorraad aftellen en omkeren op tafel (zodat enkel de bovenste van de drie afgetelde kaarten zichtbaar wordt) en deze gebruiken om ergens op één van de groeiende aflegstapels in het midden van de tafel te plaatsen. Lukt dit niet dan moet je maar nog eens drie kaarten omdraaien en bekijken...
Zo gaat het spel verder waarbij iedereen tegelijk de aflegstapels in het oog houdt en probeert kaarten van zijn eigen handvoorraad, rij en liefst nog Ligretto-stapel uit te spelen.
Een ronde eindigt zodra een speler geen enkele kaart meer in de eigen "Ligretto-stapel" heeft. Deze speler roept "stop" en nu mag niemand nog kaarten uitspelen.
Alle kaarten in de aflegstapels worden gesorteerd volgens motief van de deelnemende spelers en iedereen krijgt 1 punt per uitgespeelde kaart. Maar elke overblijvende kaart in de eigen "Ligretto-stapel" scoort -2 punten.
Er worden zoveel ronden gespeeld totdat iemand 99 of meer punten scoort en daarmee het spel wint.
Ligretto speelt lekker chaotisch. Je moet voortdurend van alles in de gaten houden: aflegstapels, eigen "Ligretto-stapel", eigen "rij" en met je ene hand de voorraad handkaarten bewaken en met de andere kaarten per drie omdraaien en eventueel op het passende moment op de juiste stapel afleggen.
De stijl van de kaarten kon beter. De "3" en de "8" zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden en de kwaliteit van de kaarten zorgt ervoor dat je vlugger versleten kaarten bezit. Maar dit doet niets af aan het speelplezier dat je met 4, 8 en zelfs 12 spelers kan beleven aan dit aflegspel.