Bron: Spellenlab
Het doosje bevat 64 vierkantige tegels die aan beide zijden rode of witte lijnen tonen. De tegels zelf zijn zwart gekleurd en geven dus een duidelijk contrast met het lijnenspel. Elke tegel heeft hetzelfde lijnenpatroon: aan de ene zijde een kruisvormige verbinding en aan de andere zijde staan twee kwartcirkels in beide kleuren. Beslis vooraf wie wit en wie rood zal spelen.
De speler aan beurt legt een tegel op tafel. Elke volgende tegel moet steeds met een zijde aansluiten aan een reeds op tafel liggende tegel, waarbij de witte of rode lijnen steeds moeten doorlopen. Het maakt hierbij niet uit of speler wit een witte of rode lijn aansluit.
Indien nu een geplaatste tegel een aangrenzend leeg vak heeft waarin lijnen van eenzelfde kleuren uitmonden, dan moet de speler aan beurt een extra tegel plaatsen die het lijnenspel weer verder afwerkt. Het kan ook gebeuren dat één geplaatste tegel de speler verplicht om meerdere gaten te doen opvullen!
Hoedanook eindigt de beurt van een speler zodra er geen dergelijke ‘gaten’ meer kunnen worden opgevuld.
De winnaar wordt hij die er als eerste in slaagt om een lus of een lijn in zijn kleur te vormen. Een lus is een lijn in eenzelfde kleur die eindigt waar hij begint. Een lijn is een ononderbroken lijn over minstens 8 tegels en die twee overstaande zijden verbindt.
Het raster waarin de tegels geplaatst worden, hangt af van de gekozen variant. Dit gaat van 8 op 8 tot het volledig beschikbare tafeloppervlak.
Trax speelt vlot, lijkt vlot aan te leren maar is toch moeilijker dan je denkt. Vooral die geforceerde zetten, waarbij je extra tegels moet plaatsen, moet je beheersen. Een heel scherp ruimtelijk inzicht is belangrijk.