Fröhlich oder traurig... wie zeigst du Gefühle? 2007

Auteur:
Land van oorsprong:
Beschikbare talen:
Richtprijs:
€ 18
Bron:
Verzamel zo vlug mogelijk 4 fiches. Dit doe je door ofwel een aangegeven situatie te koppelen aan een van de basisgevoelens (blij, bang, boos, verdrietig), ofwel een basisgevoel te koppelen aan mimiek.

Omschrijving

Bron: Spellenlab
Afhankelijk van het aantal spelers leg je 4 (2 spelers), 3 (4 spelers) of 2 (3 spelers) puzzelonderdelen van het spelbord in het midden van de tafel. Hierbij kies de groene (speelplaats) of de bruine (kleuterklas) kant.
Neem alle passende gevoelskaarten en leg deze op de juiste plaats op het spelbord. Ernaast leg je de symbolendobbelsteen, het ‘Kosmolinofiggur’, de kosmolinoschijfjes en het lege gezicht (magnetisch) met de verschillende ogen, monden, wenkbrauwen en tranen.

Spelverloop:
De speler aan zet gooit met de symbolendobbelsteen één van de 4 gevoelssymbolen (blij, bang, boos,verdrietig) of een ‘leeg gezicht’.

Als er een gevoelssymbool gedobbeld wordt, zoeken alle spelers gelijktijdig een gevoelskaart op het spelbord dat overeenkomt met het gevoel op de dobbelsteen. Iedere speler neemt het kaartje van zijn keuze en legt dit met de tekening naar boven voor zich neer.
Alle spelers benoemen nu samen het juiste gevoel op de dobbelsteen. Hierna zegt iedere speler om beurt welk gevoel er op zijn kaartje afgebeeld staat en waarom hij denk dat het kind zich zo voelt. Vervolgens draait hij het kaartje om en kijkt of het symbooltje overeenkomt met dat van de dobbelsteen.
Komen beide symbolen overeen, krijgt de speler een ‘kosmolinofiche’. Nam je een foutief gevoelskaartje dan krijg je niets.

Let op: bij 3 of 4 spelers bestaat de kans dat er te weinig gevoelskaartjes van 1 bepaald gevoel op het spelbord liggen. Het komt er op aan om goed te kijken en snel het juiste kaartje te nemen.
Tot slot worden de gevoelskaartjes op het spelbord teruggelegd.

Wanneer er een ‘leeg gezicht’ gedobbeld wordt, wijst de speler een gevoelskaart naar eigen keuze aan en benoemt dit gevoel. Hij zet er het Kosmolinofiguur naast en neemt het lege gezicht, een paar wenkbrauwen, ogen, een mond en eventueel tranen.
Nu komt het er op aan dat de speler een gezicht legt dat overeenkomt met het gekozen gevoelskaartje. Hierbij gelden volgende regels: zowel de mond als ogen, en tranen bij ‘verdrietig’, moeten juist zijn. De wenkbrauwen daarentegen kunnen niet fout zijn.
Om te controleren wordt het gevoelskaartje erbij genomen. Enkel wanneer het gezicht juist is (mond, ogen en ev. tranen), krijgt de speler een ‘kosmolinofiche’.
De gevoelskaart wordt teruggelegd waarna de volgende speler aan beurt is.

Einde van het spel:
Het spel eindigt wanneer een speler als eerste 4 kosmolinofiches bezit.
Je kan er ook voor kiezen om het spel verder te spelen totdat alle fiches verdeelt zijn. In dat geval wint de speler met het meeste fiches.

De auteur werkte ook 2 spelvarianten uit.
- Anderen helpen:
Bij deze variant gebruik je de gevoelensschijven, het Kosmolinofiguur en de kosmolinofiches.
De speler aan zet neemt een schijf en draait de rode streep op een negatieve situatie (middelste draaischijf). Hij geeft de schijf vervolgens door aan zijn linkerbuur.
Deze speler zoekt nu een oplossing voor deze negatieve situatie door de buitenste schijf goed te draaien. Om te controleren of de situatie goed opgelost werd, kijk je nu door het kleine gaatje (tegenover de rode streep). Komt deze tekening overeen met de gekozen negatieve situatie, verdient de speler een fiche.
Nu kiest de speler op zijn beurt een negatieve situatie en geeft hem door aan zijn linkerbuur, enz. De eerste speler met 4 fiches wint dit spel.

- Ik zie een gevoel dat jij niet ziet:
Zoek de 16 bruine of groene gevoelskaartjes uit en leg deze met het ronde gezicht naar boven in de doos.
Leg nu de 4 passende delen van het spelbord in het midden van de tafel.
Eén van de spelers is nu ‘spelleider’. Terwijl de andere spelers hun ogen sluiten, neemt hij een kaartje uit de doos en bekijkt deze. Hij legt de kaart terug in de doos, andere spelers openen de ogen, en beschrijft de situatie op het gevoelskaartje. De andere spelers tonen nu de situatie op het spelbord waarvan ze denken dat deze juist is.
Belangrijk is dat iedere speler slecht eenmaal mag raden!
De speler die de juiste situatie raadt, krijgt de gevoelskaart. De eerste speler die 3 gevoelskaarten verzameld heeft, is de winnaar.

Conclusie:
Fröhlich oder traurig… wie zeigst du Gefühle? is een bijna uniek spel in zijn soort en focust zich op de 4 basisgevoelen: blij, bang, boos en verdrietig.
De combinatie van het zoeken naar een passend gevoel bij een bepaalde situatie, het praten over dat gevoel (met eventuele eigen evaringen) en het koppelen van een gevoel aan een mimiek (door het leggen van de juiste mimiek op het ‘lege hoofd’) zorgen voor een boeiend en leerrijk spel.
Dit spel is een geschikt hulpmiddel bij het aanleren van de basisgevoelens. Om deze reden is het dan ook heel bruikbaar bij kinderen uit de kleuterklas; maar ook bij kinderen die moeite hebben met het herkennen van gevoelens, het koppelen van gevoelens aan mimiek, het benoemen ervan.

Knap werk!
Aantal spelers 2-4 spelers
Speelduur 16' tot 45'
Leeftijdscategorie Kleuters
Moeilijkheidsgraad heel simpel
Fröhlich oder traurig... wie zeigst du Gefühle?