Bron: Spellenlab
Dit spel ziet er op het eerste moment zeer attractief uit: een houten speelbord met gekleurde paadjes, houten paarden en ruitertjes, een gouden appel en een grote kleurendobbelsteen. Het concept daarentegen ontgoochelt wat.
Het spel wordt met maximum 4 gespeeld en is uitermate eenvoudig. De ruiters wonen in 4 verschillende huisjes. Ze lopen naar een weide, halen daar een paardje op en vervolgen hun weg naar de top van de berg waar ze als eerste de gouden appel proberen te bemachtigen.
Hoe ze de weg afleggen, wordt volledig bepaald door de kleurendobbelsteen. Er is maar één weg van de weide naar de top en dit maakt het spel toch wat plezierig. Wanneer een speler op een veld komt dat reeds bezet is, moet de ingehaalde terug naar de weide en opnieuw de klim beginnen. Als een ruiter een blauw veld of een veld met een bloem bereikt, dan moet het paard even rusten en moet de speler dus een beurt wachten. Dit element zorgt toch nog voor wat meer spanning.
Dit spel heeft naar mijn gevoel weinig ruimte voor variatie en is volledig gebaseerd op geluk. Toch wordt het graag gespeeld door de allerjongsten.