Bron: Spellenlab
Een prima rekenspel. Wie dergelijke titel voor een spel bedenkt, moet zeker zijn van zichzelf.
Het doel van het spel is om zakjes met levensmiddelen te vullen. 40 geïllustreerde kaarten tonen 1 tot 10 gelijke levensmiddelen (appels, aardbeien, druiven ...). Deze stapel wordt goed gemengd en in een raster verdekt op tafel klaargelegd. De opgavenkaarten met verschillende doelwaarden worden in één open stapel gelegd.
Wie aan de beurt komt, draait één kaartje om en probeert door openliggende kaarten met elkaar op te tellen een som te bekomen die op een doelkaart staat.
Lukt dit niet dan blijven alle kaartjes open liggen en mag de volgende speler een poging doen. Lukt dit echter wel dan worden alle kaartjes die nodig waren om de som te bekomen uit het spel genomen en de speler aan beurt ontvangt de doelkaart.
Vervolgens probeert de speler of hij ook de som kan maken die op de volgende doelkaart voorkomt (want omgedraaide kaartjes blijven open op tafel liggen).
Het spel eindigt als alle doelkaarten genomen zijn of alle kaartjes open liggen en de som van de volgende doelkaart niet meer kan bekomen worden. De speler die de meeste doelkaarten kon verzamelen, wint het spel.
De auteur heeft flink nagedacht over differentiatie. Het spel kan door verschillende doelgroepen gespeeld worden op een voor hen aangepast niveau. Met kinderen vanaf 5 jaar worden de doelkaarten met een blauwe rand gebruikt die de sommen 6 tot 10 voorstellen. Op tafel komen slechts de 20 kaarten met waarde 1-5. De variante vanaf 6 jaar gebruikt de 16 rode doelkaarten met sommen van 11 tot 18. En voor kinderen vanaf 8 jaar worden de 12 gele doelkaarten geselecteerd met sommen van 16 tot 36 (waarbij naast optellen ook aftrekken en vermenigvuldigen mag gebruikt worden).
In de spelregels wordt ook nog een memo-variant voorgesteld.
De illustraties zijn duidelijk en aantrekkelijk. Het spel laat zich heel vlot uitleggen en speelt heel vlot. Doordat het spel doorheen verschillende leeftijden kan ingezet worden, durven we het ook aanbevelen voor thuis. Normaal gezien reserveren we erg lovende kritiek voor rekenspellen enkel voor toepassingen in de klas.
De enige kritiek die we kunnen uiten, slaat op de verkeerde invulling van basisbegrippen uit de algebra: je kan geen appels en peren optellen (5a+3p=?). De auteur (doctor in de wiskunde) lost het als volgt op: we gaan winkelen en willen zoveel mogelijk verschillende dingen in onze winkelzak krijgen. Als dan druiven en appels gemengd worden en daardoor een som van verschillende soorten fruit bekomen wordt, moeten we er maar bijnemen. Maar in de moeilijkste varianten worden b.v. 3 appels vermenigvuldigd met 9 ananassen om een zak van 27 te vullen. Dat vraagt om latere moeilijkheden :).