Bron: Spellenlab
Het speelbord stelt het Caribische Zeegebied van de 17de eeuw voor. Piraten vallen vestingen aan maar zijn niet vies om ook elkaar te plunderen. 10 tegels worden op de vestingen geplaatst. Deze tonen hoeveel buit er te veroveren valt en hoe sterk de vesting zichzelf verdedigt.
Elke speler krijgt een schip en legt dat voor zich neer. Een kleine miniatuur ervan plaatst hij in de haven. De miniatuur dient om het schip over de zeevelden te verplaatsen. Het grotere schip dient om de bemanning, kanonnen en schatten (leuke kleine miniaturen) op te plaatsen. Handig, want daardoor blijft alle spelmateriaal goed stabiel voor je staan.
Bij de start van het spel mogen de spelers zelf kiezen hoe ze hun schip vullen: 2 kanonnen en 3 piraten of toch liever 4 piraten en slechts 1 kanon. De som moet steeds 5 stuks zijn. Bevat je piratenschip 2 piraten dan kan je schip steeds twee velden vooruit varen. Hoe meer kanonnen aan boord, hoe sterker het schip is in aanval en verdediging.
Wie aan de beurt komt, voert twee acties uit. Eerst verplaatst hij zijn schip of voert een aanval uit. Dan valt hij (nog eens) aan of repareert zijn schip.
Je kan vestingen of vijandelijke schepen die zich op aangrenzende velden bevinden, aanvallen. Bij elke aanval kijkt de aanvaller over hoeveel kanonnen hij beschikt. Hij gooit met evenveel dobbelstenen. In elke vesting en op het dek van elk schip staan de dobbelsymbolen 1-6 gedrukt. Als je b.v. een '4' gooit, dan vernietig je wat op plaats '4' staat. Als het aangevallen schip of vesting na deze aanval nog over tenminste één piraat en kanon beschikt, dan kan de verdediger op dezelfde wijze terugschieten.
Als na de aanval en de verdediging slechts één van beide partijen tenminste nog een piraat én een kanon heeft, is de andere partij verslagen en rooft de winnaar alle schatkisten uit het ruim van het schip of de vesting.
Schepen die in de haven liggen, kunnen gerepareerd worden. De speler vult alle zes plaatsen terug aan. Een schip in open zee kan met twee plaatsen terug aangevuld worden.
Het spel eindigt als ofwel alle schatkisten uit de vestingen geplunderd werden ofwel als één speler een bepaald aantal schatkisten heeft kunnen veroveren (afhankelijk van het aantal spelers).
Reiner Knizia heeft voor zijn doen een relatief eenvoudig spel bedacht. Je moet steeds goed afwegen hoeveel piraten (beweging) en hoeveel kanonnen (kracht) je aan boord neemt. De verwisselbare tegels zorgen ervoor dat de plaats van de betere vestingen niet steeds dezelfde is. Hierdoor krijg je een leuk veranderend speelbord. De miniaturen herkennen we uit vorige spellen van Ravensburger (dit zou trouwens een leuke quizvraag zijn), maar ze passen hier wel. Gelukkig moet je niet met een groot volgeladen schip op het speelbord zelf rondvaren. Dat grotere schip (eigen speelbordje) herbergt goed alle materiaal.
De meningen over dit spel zijn verdeeld. De ene prijst het als een ideaal gezinsspel aan (duurt niet lang, legt zich vlot uit, speelt telkens weer anders); de andere vindt dan weer dat de dobbelstenen te veel invloed op het spelverloop hebben. Je moet immers een bepaalde dobbelsteenworp gooien om een kanon dat b.v. op '5' staat te vernietigen. Je moet dus heel precies gooien en geen minimumwaarde behalen. De veelspeler zal dit spel waarschijnlijk minder graag eens opnieuw uitproberen.