Bron: Spellenlab
'Verzinsels' is een werkvorm voor begeleiders van kinderen en jongeren om hen aan te moedigen tot poëzie over liefde, relaties en seks.
In deel 1 'spelen met woorden' vind je een heleboel 'spelletjes', 'korte activiteiten' waardoor de deelnemers prikkels krijgen om nuttige, plezante, uitdagende (en ongetwijfeld ook onbruikbare of overbodige) woorden te verzamelen m.b.t. het thema. Met de 'spelletjes' kan je de gedachten en gevoelens van de deelnemers helpen richten op het thema en die gedachten helpen ordenen. Enkele 'spelletjes' uit deel 1 zijn geïnspireerd op het activiteitenaanbod in Levende Lijven, Handboek voor het jeugdwerk met achtergrond en werkvormen over relaties en seksualiteit (waarvan Jeugd en Seksualiteit vzw mede-uitgever is). (50 minuten)
In deel 2 'luisteren naar woorden' worden er gedichten over liefde, relaties en seks gelezen en voorgelezen. Kinderen en jongeren kunnen genieten van de manier waarop anderen hun gevoelens en ideeën over liefde, relaties en seks op papier zetten. Sommige gedichten zijn speciaal geschreven voor kinderen en jongeren. Andere zijn dat niet, maar kunnen door een bijzonder woordgebruik, klank of ritme de nieuwsgierigheid van kinderen en jongeren wekken en hun gevoelens en ervaringen aanspreken. Deze gedichten kunnen zeker een inspiratiebron zijn als je zelf gaat schrijven. En op z'n minst kunnen ze bijdragen aan de gewenste sfeer. (35 minuten)
In deel 3 'puzzelen met woorden' wordt het 'materiaal' van deel 1 en 2 verwerkt. Kinderen en jongeren worden uitgenodigd om hun eigen ervaringen en gevoelens uit te drukken in een gedicht. Misschien ter plekke, maar voor wie dat wil, kan dit uiteraard ook achteraf. (35 minuten)
De drie stappen vormen geen dwingend geheel. Je kan de volgorde wijzigen of je kan werken met elk van de onderdelen op zich. De werkvorm is dus zeker niet bedoeld om klakkeloos over te nemen. Je kan er naar eigen goeddunken in knippen en plakken. Het is enkel een aanbod om een sfeer te creëren waar de gevoelige, kwetsbare kant van mensen aan bod kan komen. In die sfeer worden de deelnemers, ter plekke of achteraf, misschien aangezet om een gedicht te schrijven over liefde, relaties of seks. En dan is dat prachtig. Maar zelfs als dat niet of beperkt gebeurt, worden er wellicht mooie ervaringen, gevoelens en verhalen uitgewisseld.
De activiteit duurt normaal ongeveer twee uur.
De werkvorm is bedoeld voor een groep van 8 tot 15 personen. Maar een aantal onderdelen zijn ook haalbaar voor een groepje vanaf 4 personen. De beoogde leeftijdsgroep is 10 tot 18 jaar. Sommige onderdelen uit het aanbod zijn eerder bruikbaar voor 10-14-jarigen. Andere zijn eerder bruikbaar voor 14-18-jarigen. Een scherp onderscheid willen we zeker niet maken. Maak je eigen keuzes en vooral ook je eigen varianten van ons aanbod. De try-outs leerden ons dat je voor de jongste leeftijdsgroep zeker de eenvoudigste activiteiten moet kiezen.
Het lokaal van de jeugdgroep of een klaslokaal is wellicht bruikbaar. Enige bewegingsruimte is wel belangrijk. En voor bepaalde onderdelen is het prettig als iedereen een beetje apart kan zitten. Uit de try-outs bleek dat een klaslokaal niet altijd de beste prikkel vormt voor expressie en spontaneïteit. Maar in de meeste scholen zijn er lokalen die zich hier beter voor lenen. De activiteit is wellicht sowieso geschikter voor een dag buiten de school (b.v. een klasdag).
Voor alle activiteiten heb je pen en papier nodig voor elke deelnemer. Verder heb je een heleboel stiften nodig en vijf reuzenflappen. Bovenaan op de flappen schrijf je telkens één van de vijf zintuigen: zien, horen, smaken, tasten, ruiken. Voorzie verder nog een flap zonder titel (en enkele extra blanco flappen). Leg de flappen verspreid in het lokaal. In de loop van de activiteit moet je de flappen kunnen ophangen. Voorzie ook het materiaal dat je daarvoor nodig hebt. Verder wordt er per activiteit vermeld welk materiaal je nodig hebt.
In de brochure spreken we over de 'begeleider' en de 'deelnemer'. Met 'begeleider' bedoelen we zowel de begeleider, de begeleidster als de leerkracht. Met 'deelnemer' bedoelen we zowel de deelnemer, de deelneemster als de leerling. Overal waar 'hij' en 'zijn' gebruikt wordt, kan je natuurlijk evengoed 'zij' en 'haar' lezen.