Bron: Spellenlab
Spelvarianten:
- Straatje: Elk speler krijgt 12 kaarten. De eerste speler draait twee kaarten om en kiest één om open op tafel te leggen. De volgende speler doet hetzelfde. We bouwen een straat op van laag naar hoog. Elke volgende kaart kan vooraan of achteraan aangelegd worden, als het voldoet aan het oplopend aantal. Er worden geen kaarten tussenin gelegd. Als een speler niet meer kan aanleggen, door het bekijken van bovenste twee volgende kaarten. Daan gaat de straat naar de andere speler.
- Zoek mijn getal: de startspeler neemt een getal in zijn hoofd (opgeschreven), de andere speler stelt vragen om het getal zo snel mogelijk, met zo weinig mogelijk vragen te vinden. Elke vraag is een punt voor de startspeler.
- Duo tien: elk een stapel kaarten, om de beurt een kaart omdraaien, zijn ze samen 10? Neem dan het balletje/de knuffel uit het midden.
- Catch
- Hebbes
- Op een rij
- Memo: samen 10
- Dichtste erbij
- Yepp: Elke speler krijgt 12 kaarten. Samen draaien ze de bovenste kaart om. Wie de hoogste kaart heeft, roept 'Yepp'. Klop het? Dan krijgt deze speler de omgedraaide kaarten.