Kikkersprongen 2020

De eenvoudige variant wordt met 1 dobbelsteen gespeeld. Je springt telkens naar het eerstvolgende kleur die je dobbelde. Of naar het eerstvolgende vakje met het vliegje.
Is het veld bezet door een andere springknikker, dan mag je er overheen!

De moeilijkere variant "turbospringer" wordt met twee dobbelstenen gespeeld. Hier wordt het combineren van de kleuren van de twee dobbelstenen van belang. Je mag kiezen naar welke kleur je eerst springt. Je kan goed kijken en de twee kleuren in de juiste volgorde combineren zodat je de grootste sprong neemt. Op sommige vlakken van de dobbelsteen staan twee kleuren, dan mag je nog eens kiezen welke van die twee kleuren van de tweede dobbelsteen je neemt, om de verst mogelijke combinatie te maken.

Wanneer een springknikker drie keer rond de vijver sprong, is de bloem volledig gekleurd en mag de knikker erop springen. Dan komen de bloemblaadjes schuin te staan en lijkt het alsof de waterlelie open bloeit.

Het klaarzetten van het spel met alle bloemblaadjes in de bloem is niet eenvoudig voor de jonge kinderen. De blaadjes vallen regelmatig in het gaatje. Dan moet het volledige spelbord opgetild worden om die eruit te halen. Maar op zich kan je het hen zeker laten proberen. Soms is er een helpende hand van een oudere speler nodig.