Sla op de Kop van Jut 1935

Auteur:
Bron:

Omschrijving

Bron: Hongs

Hendrik Jut werd op 19 juli 1851 in Den Haag geboren als een buitenechtelijk kind. Zijn moeder heette Maria Geertruida Jut, en de naam van zijn vader is onbekend. In 1872, op 21-jarige leeftijd, woonde Hendrik in Den Haag en werkte daar als kelner. Hij had een relatie met Christina Goedvolk. Toen Christina zwanger werd, wilde Hendrik met haar trouwen. Hij wist immers zelf te goed hoe lastig het was om een ‘onecht’ kind te zijn. Maar voor trouwen heb je geld nodig.
Christina had in de maanden ervoor als noodhulp gewerkt bij mevrouw van der Kouwen. Deze woonde in de Bocht van Guinea in het centrum van Den Haag, en Christina wist dat daar wel wat te halen was. Het stel besloot deze vermogende dame te beroven. Hendrik leende 10 gulden van zijn moeder om wapens te kopen.

Op vrijdag 13 december 1872 belde het stel aan in de Guineastraat, met de smoes dat Christina een paar schoenen had laten staan. Terwijl Christina naar boven ging, liep Hendrik met de dienstbode, Leentje Beloo, mee naar de keuken. Daar stak hij haar neer. Daarna riep hij mevrouw van der Kouwen,. Toen de 63-jarige dame beneden kwam, stak hij ook haar neer. Daarna verzamelden de moordenaars alle waardepapieren, geld en juwelen en vertrokken weer. Pas op zondagavond werden de lichamen gevonden. Moord kwam in die tijd niet vaak voor, en zeker niet in een buurt als deze. Deze dubbele moord wekte dan ook heel wat commotie in de stad. De begrafenis van de twee slachtoffers vond onder massale belangstelling plaats.

Hendrik en Christina trouwden op 19 februari 1873 en vertrokken daarna naar Amerika, waar Jut een groot deel van zijn buit in geld wist om te zetten. Via Engeland keerden zij terug naar Nederland. Ze gingen in Vught wonen, waar op 2 juli 1873 hun dochter Angelica werd geboren. Na een kort verblijf in Zuid-Afrika in 1874, kwamen zij in Rotterdam terecht, waar Hendrik een koffiehuis uitbaatte. Hendrik praatte echter zijn mond voorbij en zo kwam de politie hen uiteindelijk op het spoor. In 1875 werden Hendrik en Christina gearresteerd. Hendrik kreeg levenslang voor de dubbele moord. Zijn vrouw werd alleen diefstal ten laste gelegd en kreeg twaalf jaar. In 1878 stierf Hendrik in de gevangenis.

Het proces van de Jutten kreeg erg veel publiciteit en wekte veel discussie over de doodstraf, die juist in 1870 was afgeschaft. De volkswoede in Den Haag was zo groot dat Jut in Leeuwarden gevangen gezet werd, uit vrees dat hij zou worden gelyncht. Een kermisexploitant speelde handig op de situatie in door een attractie die ‘De Lukas’ heette (In Duitsland nog altijd zo bekend) een andere naam te geven: Kop van Jut, die zo aansloeg dat de attractie in Nederland nog steeds zo heet. Wie zo hard kon slaan dat de bel klonk, won een prijs. Zo wist hij letterlijk munt uit de volkswoede te slaan. Het echte hoofd van Hendrik Jut werd na zijn dood op sterk water gezet en was nog jarenlang te zien in het anatomisch museum in Groningen. De straat waar de moord gepleegd werd, de Bocht van Guinea, had zo’n slecht imago gekregen dat die in 1873 op verzoek van de bewoners werd hernoemd naar Huijgenspark.
(bron: www.IsGeschiedenis.nl, Esdor van Elten 21 juli 2011)
 
Collectie Fred Horn, Vlaams Spellenarchief te Brugge

19431-1.jpg
19431-2.jpg
19431-3.jpg
19431-4.jpg
19431-5.jpg
19431-6.jpg