Warhammer (1996) 1996

Categorie:
Uitgever:
Land van oorsprong:
UK
Beschikbare talen:
Richtprijs:
€ 50
Bron:

Omschrijving

Bron: Spellenlab
Warhammer blijft het paradepaardje binnen de fantasie oorlogsspellen. Het vormt een heel eigen wereldje met tijdschriften, diverse legers, aanvullingen, te beschilderen figuren, maquettes enz. en is eigenlijk een hobby op zichzelf.
De basisdoos bevat alles om te starten met deze hobby, nl. het vernieuwde spelregelboek (ongeveer 290 blz), 38 Empire soldaten, 1 Empire kanon, 1 Empire generaal, 35 Orcs, 1 Orc strijdwagen, 1 Orc bevelvoerder, 1 ruïne, 2 meetlatjes in inch, 3 raakschijven zware wapens, 6 gewone en 2 speciale dobbelstenen.
Heel wat spelers spelen pas hun eerste partij nadat ze de figuren hebben geschilderd want dit oogt heel wat leuker. Schildertips evenals hoe je een speelveld creëert zitten vervat in het regelboek.
Voordat men een veldslag opstart, moeten de spelers hun leger samenstellen aan de hand van een maximum sterkte. Zo bevat de basisdoos twee legers die qua puntenaantal elkaar benaderen (Orc leger: 424 punten t.a.v. Empire leger : 411 punten). Meestal spreekt men een maximum puntenaantal af van bijvoorbeeld 500, 1000, 1500, 2000 of zelfs 2500 punten. Hoe hoger het puntenaantal, hoe groter het aantal figuren en hoe meer speciale eenheden men naast de basiseenheden kan opstellen.
De spelbeurt van elke speler omvat de volgende fases:
1. Begin of aanvang van de beurt (paniek, psychologie of enthousiasme-testen)
2. Beweging
a. Aankondiging van een charge met de reactie van de aangevallen eenheid (ofwel positie behouden & vuren, ofwel positie behouden ofwel vluchten)
b. Hergroeperen (of Rally) van eenheden op de vlucht
c. Verplichte bewegingen
d. Chargebeweging
e. Overige of andere bewegingen
3. Magie
4. Schieten of vuren
a. Aanduiding van de doeleenheid
b. Meten van de schietafstand of draagwijdte van het wapen
c. Dobbelen om te raken
d. Dobbelen om te verwonden
e. Dobbelen om te verdedigen of verwondingen af te weren
f. Verwijderen van slachtoffers (gedode krijgers, rijdieren en ander vernietigd oorlogsmateriaal) en hervormen van de eenheid
g. Uitvoeren van breek- of paniektest
5. Lijf-aan-lijf gevecht (of man-tegen-man gevecht)
a. Aanvalsvolgorde: eerst de eenheden die chargeren, daarna volgen de overige eenheden
b. Dobbelen om te raken
c. Dobbelen om te verwonden
d. Dobbelen om te verdedigen of verwondingen af te weren
e. Verwijderen van slachtoffers (gedode krijgers, rijdieren en ander vernietigd oorlogsmateriaal) en hervormen van de eenheid
f. Bepalen gevechtsresultaat en uitvoeren van breek- of paniektest
Belangrijke opmerking: in een aantal fases kan er eventueel een tussenkomst of interventie plaatsvinden van de tegenpartij. Zo zal bij een charge de aangevallen eenheid reageren door te blijven staan en eventueel te vuren op de aanvallende horde of door te vluchten. In fase 5 moet men eerst nagaan welke eenheid in het gevecht het hoogste initiatief bezit. Deze eenheid slaat als eerste, daarna volgt de andere eenheid. M.a.w. in een lijf-aan-lijf gevecht slaan beide eenheden, pas daarna kan pas het gevechtsresultaat berekend worden. In het slechtste geval slaat de eigen eenheid op de vlucht.
Afhankelijk van het type eenheid zullen bepaalde fasen sterk beïnvloed worden. Zo kunnen bv. hellebaardiers niet vuren, terwijl ruiters op snelle paarden een grotere afstand kunnen afleggen tijdens de beweging. Anderzijds kan een sterk bepantserde ridder zich gemakkelijk verweren tegen een verwonding terwijl een grote tovenaar over magische spreuken beschikt enz.…
Uiteraard speelt het terrein op het slagveld ook een belangrijke rol want men kan eventueel beschutting zoeken in het bos of achter een muur, terwijl bepaalde rotsformaties of moerassen voor beide partijen ontoegankelijk zijn.
Kortom, als men wenst te winnen dient men rekening te houden met de mogelijkheden van zowel het eigen leger als dat van de tegenstander evenals met de terreinmogelijkheden. Het is evenwel duidelijk dat men het maximaal benutten van de mogelijkheden pas onder de knie heeft na heel wat spelpartijen.
Het aanleren van de mogelijkheden van een leger gebeurt best in clubverband, want op deze wijze bekampt men ook andere legers. Bovendien leer je al spelend beter de voornaamste spelregels en laat men zich best begeleiden door een ervaren speler met veel geduld. Toch is er ook een dosis geluk mee gemoeid want in elk gevecht moet er een aantal keer gedobbeld worden waardoor succes nooit verzekerd is.
Naast de regels voor een veldslag (gevechten met een groot aantal figuren), bevat het spelregelboek ook spelregels voor schermutselingen (gevechten met een kleiner aantal figuren) en is er een beschrijving van de WARHAMMER-wereld met zijn verschillende rassen en dito legers. In feite zal elke speler in functie van zijn karakter wellicht opteren voor een bepaald ras en zijn eigen leger verzamelen en schilderen.
Zoals reeds eerder vermeld zullen hobbyisten hieraan heel wat plezier beleven.
Aantal spelers 2-8 spelers
Speelduur Heel lang
Leeftijdscategorie Ouder dan 16j
Moeilijkheidsgraad moeilijker
Warhammer (1996)