Bron: Spellenlab
Dungeon Twister combineert de eigenschappen van een typisch fantasy avonturen spel met die van een abstract strategisch denkspel.
Het speelbord wordt opgebouwd uit 8 grote tegels die elk uit 5x5 vakjes bestaan waarop een doolhof getekend staat. Naast de vanzelfsprekende muren bevat de doolhof een aantal (soms heel) gevaarlijke plaatsen. De grote tegels vormen samen een variabel en verdekt 4x2 speelbord dit tussen beide spelers in ligt (bij de start van het spel weet je nog niet welke kamer zich waar bevindt).
De speler die er als eerste in slaagt om 5 overwinningspunten te behalen, wint het spel. Je krijgt overwinningspunten als je personages van je tegenstander doodt, een eigen personage helemaal doorheen de doolhof naar de andere zijde kan brengen, bepaalde schatten kan verzamelen en uit de doolhof brengen of de Goblin over de startlijn van je tegenstander kan verplaatsen.
Elke speler kiest eerst in het geheim 4 personages uit de 8 die beschikbaar zijn. De personages zijn:
- De Tovenaar die over vallen en vijanden heen kan vliegen en vanzelfsprekend enkele toverspreuken ter beschikking heeft;
- De Muurloper die doorheen muren kan lopen;
- De Monnik die gewonden kan genezen;
- Een Trol die alhoewel een beetje traag wel je beste strijder is en die bovendien zichzelf kan genezen (en daardoor bijna onmogelijk uit te schakelen is);
- De Strijder die valhekkens kan breken en natuurlijk heel goed kan vechten;
- Een Goblin, die heel slecht kan vechten, geen bijzondere eigenschappen bezit, maar wel 2 zegepunten scoort als hij de doolhof kan ontsnappen;
- De Mekanork die met de rotatiewielen kan prutsen;
- en de Dief, die het vlugst kan bewegen en valstrikken onschadelijk kan maken.
Dit team gebruik je samen met een goed uitgekiend actiepunten systeem. Beide spelers krijgen vier actiepuntenkaarten (gaande van 2 tot 5 actiepunten) waarvan je er elke beurt eentje moet inzetten. Pas nadat je al je actiekaarten gebruikt hebt, krijg je ze terug ter beschikking. Je moet dus telkens goed overwegen of je in deze beurt toekomt met twee acties of beter je kaart met vijf actiepunten opspaart totdat je tegenstander die ingezet heeft.
Met actiepunten kan je nieuwe kamers onthullen of draaien, één van je personages bewegen, een gevecht beginnen of de speciale eigenschap van een personage of object gebruiken.
Gevechten worden gewonnen door het personage dat op dat ogenblik het sterkst is (vergelijk de vechtwaarde van de personages en voeg daar een geheime vechtkaart aan toe).
Beoordeling:
Er is praktisch geen geluksfactor aanwezig tijdens dit spel. Enkel de beginpositie van de kamers is willekeurig. De eerste lezing van de spelregels vraagt wel wat aandacht. Er zijn heel wat elementen waar je rekening mee moet houden (en onthouden). Maar eenmaal je het spel begint te spelen, voelen alle spelsystemen redelijk logisch aan.
Tijdens het spel beleef je heel wat (intellectueel) plezier: de fantasy personages hebben elk hun speciale vaardigheden en sterkte; het selecteren van een team is heel belangrijk; de zoektocht doorheen de doolhof is vrij verrassend en je moet steeds de meeste gepaste actiekaart en/of gevechtskaart kiezen. Onthouden welke kaarten je tegenstander reeds ingezet heeft is ook vrij belangrijk. De roterende kamers geven het spel een extra dimensie. Een ongunstige situatie kan door één rotatie plotseling heel gunstig worden (of omgekeerd). Je moet steeds goed plannen hoe en in welke volgorde je personages doorheen de steeds wisselend doolhof moeten bewegen.
De manier om je vijf overwinningspunten te behalen, kan je tijdens het spel steeds aanpassen. Soms lijkt een gevecht een goede keuze, maar soms duikt een opportuniteit op om personages veilig naar de overkant te loodsen.
Je bent m.a.w. constant aan het plannen: zowel op korte termijn (tactiek) als op lange termijn (strategie). Hierdoor krijgt dit spel een bijzonder hoge herspeelbaarheidsfactor.
Een relevatie.