72 plaatjes. Met titel op doos. De plaatjes dienden eerst losgeknipt te worden uit de 6 vellen.
De aanwijzingen op het spelregel briefje komen niet overeen met het spel zelf. De zes gekleurde platen geven elk 12 stukjes. Deze hebben een cijfer op de achterkant. De lotto-kaarten hebben alleen maar cijfers (zie de kaart in de doos). Als een cijfer wordt genoemd krijgt de speler die dit cijfer op zijn kaart heeft het plaatje. De eerste die de hele plaat compleet heeft wint.
Foto 1-4: Collectie Fred Horn, Vlaams Spellenarchief te Brugge