Bron: Spellenlab
Pachisi, of vijfentwintig, is het nationale spel van India. Het ontstond vermoedelijk in de 6de eeuw na Christus. De grote mogol Akbar speelde dit spel rond 1570 op een groot binnenplein waar de speelvlakken uit marmer bestonden. Centraal was een soort podium gebouwd waarop de keizer het spel stuurde door middel van het gooien van kaurischelpen. Zestien jonge slaven uit zijn harem fungeerden als levende pionnen. Archeologische sporen van deze unieke speelborden zijn vandaag nog steeds zichtbaar in Agra en Allahabad.
Hedendaagse speelborden zijn meestal gemaakt uit doek en uitgesneden in de vorm van een groot kruis. De vier armen zijn onderverdeeld in 3 rijen van 8 vakjes. Op elke arm worden drie vakjes gemarkeerd als kastelen waar de pionnen beschermd worden tegen het slaan. Een kasteel bezet door een speelstuk van een speler is open voor de stukken van zijn partner, maar gesloten voor die van de tegenstanders.
Het spel wordt door vier spelers gespeeld die elk 4 bijenkorfvormige speelstukken (haremdames) krijgen. De spelers die recht tegen over elkaar zitten, zijn partners. Geel en zwart spelen tegen rood en groen. Zes kaurischelpen worden als dobbelstenen gebruikt.
Indien 2, 3, 4, 5, of 6 mondjes van de schelpen naar boven liggen, worden de pionnen evenveel plaatsen verzet. Bij 1 mondje mag een pion 10 vakken vooruit en bij 0 monden 25 vakken.
Elk speelstuk start vanuit de centrale plaats (Char-koni in het Hindoe), gaat via het middenpad naar het uiteinde van de eigen arm en moet vervolgens een hele ronde tegen de klok in rond het volledige speelbord lopen om tenslotte via de middengang van de eigen arm terug naar de centrale plaats terug te keren. Ze kunnen vervolgens enkel d.m.v. een exacte worp binnen komen.
De kaurischelpen worden met de hand gegooid. Als 6, 10 of 25 gegooid wordt, krijgt de speler een extra beurt en dat gaat zo verder totdat hij een 2, 3, 4 of 5 gooit. Dan eindigt zijn speelbeurt. Na het gooien, verplaatst de speler zijn speelstukken en daarna komt de volgende speler aan de beurt. Elke worp laat de speler toe om één eigen speelstuk te verplaatsen volgens de uitslag van de worp.
Een speelstuk wordt geslagen door een speler indien een speelstuk op een niet-kasteelvak eindigt, bezet door een speelstuk van de tegenstanders. Het speelstuk dat er reeds stond, wordt verwijderd en moet het spel terug binnenkomen vanuit de centrale plaats na een 6, 10 of 25 worp. De speler die aan de beurt was en een speelstuk kan slaan, krijgt onmiddellijk een nieuwe beurt.
Bij het begin van het spel mag de spelers eerste speelstuk het speelbord betreden na om het even welke worp. De volgende speelstukken mogen enkel met een 6, 10 of 25 in het spel komen.
De speelstukken verplaatsen zich tegen de wijzers van de klok in. Een speler mag weigeren te spelen als hij aan de beurt komt. Hij mag ook eerst gooien en dan passen. Hij mag dit doen om te beletten geslagen te worden of om zijn partner te helpen. Als hij het kasteel op het einde van de derde arm bereikt, mag hij daar veilig wachten en hopen op een "25" worp om in één worp meteen binnen te gaan.
Een blokkade wordt gevormd door twee speelstukken van eenzelfde kleurgroep (twee van dezelfde speler of twee stukken van partners) die op eenzelfde vak staan. Het gevolg is dat geen enkel ander speelstuk daar kan landen of passeren. Maar een blokkade kan wel door één van beide partners verplaatst worden. Eindigt zo’n blokkade op een blokkade van de tegenstanders, dan worden deze speelstukken geslagen. Een blokkade kan een andere blokkade passeren. Vanzelfsprekend is een blokkade op een kasteelveld veilig. Twee speelstukken van twee tegenspelers kunnen nooit op eenzelfde veld staan.
Het gebruik van blokkades wordt echter door historici betwist. Het kan best zijn dat deze variant pas later in een eerder Westerse versie werd geïntroduceerd.
Bij een eerste kennismaking denken velen dat dit een gewoon Mens Erger Je Niet variante is. Het tegendeel is waar. Pachisi wordt reeds eeuwen lang in India gespeeld. Het gebruik van schelpen, het introduceren van blokkades, het twee tegen twee mechanisme, de speciale verplaatsingen van 10 of 25 vakken, de bonusworpen en het starten vanuit de centrale plaats bewijzen dat de veel latere Mens Erger Je Niet varianten eerder als junioredities voor kinderen moeten beschouwd worden. Pachisi is wat men noemt een "Ancient boardgame" waarbij tactiek en dobbelgeluk elkaar mooi in evenwicht brengen.
Deze houten editie heb ik via internet aangekocht bij een bedrijf in Engeland. Het materiaal oogt heel fraai en is prima afgewerkt. Het gooien van de kaurischelpen heeft iets bijzonder.