Bron: Spellenlab
30 kleine geitjes zitten verstopt onder 6 verschillend gekleurde blikken deksels. Elk deksel stelt een plaats in het huis voor (wasteil, aanrecht, fornuis, bed, tafel en kast) en er zitten bij de start van het spel telkens 5 geitjes onder elk deksel verstopt. De grote zwarte wolf staat middenin op wacht.
Het kind aan de beurt gooit de kleurendobbelsteen en moet vervolgens vertellen hoeveel geitjes er nog onder het dekseltje van de gegooide kleur zitten. Heeft het kind dit goed geraden dan krijgt hij als beloning één geitje van onder die plaats. Bij foutief raden, verplaatst de wolf zich naar de speler toe. Opgepast nu want als deze speler zich nog eens vergist in het tellen (terwijl de wolf nog bij hem staat), dan is deze speler een geitje aan de wolf kwijt. De volgende speler die een verkeerd aantal noemt, krijgt de wolf doorgeschoven.
Om beurt dobbelen de kinderen, vertellen hoeveel geitjes er nog onder het bewuste gekleurde deksel zitten en krijgen eventueel een geitje als beloning. De eerste die 7 geitjes kan redden, wint het spel. Maar als de wolf zelf 6 geitjes kan vangen, wint de wolf en verliest iedereen.
Dit spel bevordert het herkennen en benoemen van 6 verschillende kleuren, het tellen van 0 tot 5 en het geheugen. Het werd redelijk goed in het sprookje van "de wolf en de 7 geitjes" ingepast. Een korte tekst wordt trouwens in het spelregelboekje bijgeleverd.
De blikken dekseltje zijn groot genoeg om elk 5 geitjes te verbergen. Elk kind moet voortdurend onthouden hoeveel geiten er nog onder welk deksel schuil zitten. Dit aantal neemt gelukkig steeds af (er worden nooit geitjes opnieuw verstopt).
Haba levert ook nog een eenvoudiger kleurendobbelsteen waarop slechts 3 kleuren (elk twee keer) voorkomen. Hierdoor kan je het spel met nog jongere kinderen spelen door slechts drie dekseltjes te gebruiken waaronder ook vijf geitjes zitten. De eerste speler die vier geitjes kan verzamelen, wint het spel. De wolf wordt in deze variant niet gebruikt.