Bron: Spellenlab
Het speelbord toont een stratenplan in een buitenwijk van een stad. Elk van de vier spelers heeft vier startplaatsen bij huizen van zijn kleur. Daar worden de vier pionnen van zijn kleur geplaatst. Nu legt elke speler nog een set van vier kaarten in zijn kleur verdekt voor zich in een willekeurige rij neer. De rugzijde van deze kaarten tonen vier logisch opeenvolgende taferelen van een bepaalde activiteit. Zo moet b.v. speler geel zijn vier pionnen naar de andere hoek van het speelbord verplaatsen om er te gaan spelen in een zandbak. De vier illustraties stellen deze activiteit voor waarbij de kaarten later in het spel in een logische volgorde moeten gelegd worden.
Wie aan de beurt komt, dobbelt en verplaatst een pion naar keuze doorheen de straten. Passeert de pion een verkeersbord dan moet de speler het aparte blad nemen en voorlezen wat dit verkeersbord betekent en welke invloed deze heeft op zijn pion. Meestal moet de pion stoppen (waarbij de overige dobbelsteenogen vervallen) om een beurt over te slaan of om nog eens opnieuw te gooien. Soms staat de pion bij een verkeerslicht. Dan moet met een speciale kleurendobbelsteen gegooid worden om het verkeerslicht op groen, rood of geel te zetten.
Al spelenderwijs leren de kinderen de betekenis van de belangrijkste verkeersborden aan. Wie op een gegeven moment zijn vier eigen pionnen op het doelveld (kampvuur, manege, zandbak of vijver) brengt, begint de tweede fase van het spel.
Nu worden de vier kaarten omgedraaid en mag de speler bij elke volgende beurt telkens één kaart van plaats veranderen. Dit herhaalt hij tot de vier kaarten - voorzien van een cijfer - in de juiste volgorde liggen. Voor die speler start nu de derde fase: de weg terug naar de starthuizen. Wie nu zijn vier pionnen als eerste terug thuis brengt, wint dit spel.
De 12 verkeersborden zijn goed uitgekozen. Het zijn borden die je in elke buitenwijk waar twee drukkere straten doorheen kruisen wel aantreft. Speltechnisch wordt heel veel gedobbeld. Je moet niet alleen vier pionnen van start- naar doelveld brengen, je pionnen moeten bovendien onderweg heel veel halt houden zonder alle dobbelsteenogen te kunnen gebruiken. Kinderen herkennen een aantal concrete verkeerssituaties en maken kennis met enkele belangrijke verkeersborden.