Bron: Spellenlab
Op het speelbord staat een heel grote boom getekend. Vanuit de wortel vertrekken vier lijnen richting bloesems. Deze lijnen vertakken zich doorheen de takken van de boom en eindigen uiteindelijk bij heerlijk ruikende bloesems. Daar komen de bijen op af.
Elke speler krijgt 20 kleine schijfjes in zijn kleur. Wie een 6 dobbelt, mag een bij (schijfje) onderaan de wortel plaatsen. Zolang iemand nog geen bijen in de boom heeft, mag deze speler tot drie keer na elkaar dobbelen om toch maar een kans te hebben een 6 te gooien. Bij elke volgende beurt, dobbelen de spelers en verplaatsen hun bijen over de lijnen richting bloesems. Wie een 6 dobbelt, moet kiezen: een nieuwe bij inbrengen of een reeds aanwezige bij omhoog laten kruipen.
Je moet wel oppassen. De bijen kunnen enkel in één richting verplaatst worden. Als er reeds een bij op een bloemblaadje zit (uiteinde lijn) en de plaats ervoor heeft geen vertakking, dan zit je bij vast. Ze mag immers niet terug naar beneden.
Gelukkig zijn er vijf horizontale rode verbindingen (stippellijnen) in de boom. Komt een bij hierop dan kan deze naar links of rechts vliegen om een betere tak uit te kiezen.
De bloemblaadjes moeten met een juiste worp bereikt worden. Zodra alle doelvelden bezet zijn door schijfjes eindigt het spel. De speler wiens bijen het meest bloemblaadjes bezetten, wint het spel.
De vele keuzemogelijkheden geven tactische spelers een leuk gevoel. Wie zijn schijven verstandig over de verschillende lijnen verdeeld, krijgt meer controle over de dobbelsteenworp. Eenvoudig en leuk spelletje.