Bron: Spellenlab
Op alle kaarten staat een dier (hond, kat, vogel of muis) die b.v. op zijn hok ligt, voor zijn hok graaft, achter zijn hok loert, voor zijn hok zit, tussen twee hokken staat, over een hok springt, in zijn hok ligt te slapen of naast zijn hok op wacht staat. Dan zijn er ook nog wat bijzondere kaarten.
De stapel wordt goed gemengd en elke speler krijgt zes kaarten. De overige kaarten vormen een voorraadstapel waarvan de bovenste open wordt omgedraaid. Deze bepaalt de startkaart.
Wie wil volgen, moet ofwel een kaart spelen met hetzelfde dier of een kaart waarop een dier op dezelfde plaats staat afgebeeld. Ligt op tafel b.v. de kaart met 'een muis staat voor het stuk kaas', dan past hierop elke kaart met een kat of elke kaart waarop een willekeurig dier staat afgebeeld dat voor iets staat.
Het spelsysteem is bekend en dat suggereert de uitgever ook heel goed. Het unieke van deze set kaarten is de mogelijkheid om kinderen spelenderwijs enkele voorzetsels te laten inoefenen. Vooral als je het kind aan de beurt luidop laat zeggen welke kaart het uitspeelt (dit is een kaart met een vogel die over zijn hok vliegt), krijgt het spel zijn bedoelde didactische meerwaarde. De illustraties zijn duidelijk, de dieren zijn bekend en de posities staan zeer goed afgebeeld. Knap en gedurfd spelconcept.
Het loont de moeite om een catalogus van deze firma aan te vragen. Ze hebben tientallen dergelijke spelconcepten ontwikkeld om deelfacetten van taal in te oefenen (www.lingoplay.de).