Bron: Spellenlab
Heinz Meister heeft met dit spel een variant willen maken op het klassieke kwartetsysteem. Of dit erg goed gelukt is, laten we aan de spelers over... Wij zijn niet erg onder de indruk.
Het spelmateriaal bestaat uit 40 kleine vierkante kaartjes. Op 32 van deze kaartjes staat ‘Spirit’, de trotse hengst uit het verhaal afgebeeld. Van elk van de 4 verschillende tekeningen zijn er 8 kaartjes aanwezig. Ook de 4 kolonelkaarten worden bij het geheel vermengd. In het begin krijgt elke speler een stapel met ongeveer evenveel kaartjes. Deze stapel ligt verdekt voor elke speler. Naast deze stapel krijgt iedereen één indianenkaart. Deze doet dienst als (paarden)joker en kan slechts één keer ingezet worden.
De spelregels vermelden 3 spelvarianten. In het basisspel draaien de spelers om de beurt het bovenste kaartje van hun stapel om. Toont dit een tekening die nog niet open op tafel ligt, dan wordt deze in het midden gelegd. In het andere geval verdwijnt deze terug onderaan de eigen stapel. Daar er slechts 4 verschillende paarden voorkomen, mag de speler die het laatste paard in de rij kon leggen, al deze kaartjes wegnemen en onder de eigen stapel schuiven. Daarna wordt een nieuwe rij gestart. Verschijnt echter de kolonel, dan verliest de betreffende speler zijn volgende beurt. (Kolonelkaartjes verdwijnen uit het spel.) Zodra iemand geen enkel kaartje meer bezit, eindigt het spel. Winnaar is de speler met de hoogste stapel.
In variant 2 worden meerdere rijen tegelijkertijd opgestart waardoor het spel vlotter verloopt maar ook langer doet duren...
Variant 3 stelt voor om zonder kolonel en/of indiaan te spelen.
Dit spel zorgt voor heel weinig interactie tussen de spelers. De handelingen worden snel erg stereotiep waardoor er nagenoeg geen sfeer heerst.
Dit is wellicht een van de minst geslaagde spellen van grootmeester Heinz Meister.