Bron: Spellenlab
Alle kaarten liggen op een gedekte stapel in het midden.
De eerste speler mag zo lang kaarten blijven draaien tot ze
1. beslissen een kaart te kopen ofwel
2. een heks omdraaien ofwel
3. hun beurt willen beëindigen
Er zijn kasteelkaarten, als je voor de eerste keer zo'n kaart omdraait, dan is dit de kleur van het kasteel die je zal moeten puzzelen (tenzij deze kleur al bij iemand anders gepuzzeld wordt). Draai je daarna kasteelkaarten om in een andere kleur, dan leg je die apart bij jezelf (evt. zichtbaar voor de andere spelers).
Er zijn diamantkaarten, die leg je bij jezelf op een aparte stapel. Later in het spel kan je voor 3 diamanten een kasteelkaart in jouw kleur van een andere speler overkopen.
Er zijn fee-kaarten, die leg je ook op een aparte stapel. Die kan je later gebruiken om de heks te verjagen.
Er zijn heksenkaarten, die beëindigen onmiddellijk je beurt. Je moet drie kaarten afgeven en samen met de heks onderaan de stapel (op een aflegstapel leggen). Als je een fee in je bezit hebt, kan je de heks onmiddellijk verjagen, zonder 3 kaarten af te geven.
Als alle kaarten opgebruikt zijn, neem je de aflegstapel en speel je verder.
Wie als eerste een volledig kasteel gepuzzeld heeft in zijn kleur (6 kaarten), wint het spel.
Dit spel heeft een heel eenvoudig systeem en oefent ondertussen ook op impulscontrole. Kan je jezelf inhouden om niet te blijven draaien? De heksen zijn met veel en kunnen je veel pech bezorgen.