Bron: Spellenlab
Om de beurt wordt kloksgewijs gespeeld.
Elke speler krijgt een legkaart om een piramide te bouwen.
De speler aan zet, gooit met de 6 dobbelstenen:
- als hij een dobbelsteen met de juiste kleur als het nodige blok rolt, legt hij die op de legkaart met de witte bol naar boven:
een gekleurd blok wordt in de rij van die kleur gelegd én een blok mag alleen boven twee blokken van de rij eronder worden geplaatst (uitgezonderd de tegels van de eerste rij).
Als de speler minimaal 1 blok op zijn piramide heeft gelegd, kan hij stoppen met spelen om zijn blokken veilig te stellen (dan draait hij deze om zodat de witte bol gedekt is) OF
kan hij de resterende dobbelstenen (die niet pasten bij een gelegde tegel) opnieuw gooien. In dit geval legt de speler de dobbelstenen, waarmee hij kaarten op zijn legkaart heeft gelegd, opzij en gooit opnieuw met de resterende dobbelstenen.
Wanneer de speler na een worp geen blokken kan leggen, verliest hij alle bokken die hij tijdens deze spelbeurt heeft gewonnen (met de witte punt op de legkaart).
- als de speler geen van de gegooide kleuren kan leggen, is de beurt voorbij en is de volgende aan de beurt.
Wie als eerste zijn piramide vervolledigt, wint het spel.
Feedback van contactschool:
Leerkracht tweede leerjaar
- veel kleur
- goede kwaliteit van het spelbord
- korte instructie nodig
- moeilijker: kleurenverschil, of net een doel van het spel (kleurenanalyse?)
- enthousiaste leerlingen
- spelduur 20' is ideaal
- ideale leeftijd 6 - 12 jaar
- weinig wachttijd, speler is snel terug aan de beurt
- leerlingen supporteren voor elkaar
- onvoorspelbaar wie wint (voorsprong kan snel veranderen)
- leuk dat de leerlingen een keuze moeten maken tussen 'gooi ik nog eens of speel ik op safe?'
- piramide komt ook bij wiskunde voor (meetkunde of optellen per hoger gelegen rij in piramide)
- spannend spel naar einde toe, de leerlingen worden zenuwachtig