Bron: Spellenlab
Elk kind beschikt over een eigen speelbord (moestuintje) waarop plaats is voor acht planten, vier zonnen en vier gieters.
In het midden van de tafel liggen bij vier spelers 72 kaartjes klaar. Op de rugzijde van deze kaarten staan acht verschillende soorten planten (ajuin, tomaat, salade, zonnebloem, tulp, aardbei, pompoen en vergeet-mij-nietje), zonnen of gieters getekend.
Wie aan de beurt komt, dobbelt en voert de bijbehorende actie uit.
Wie een plant, zon of gieter dobbelt, probeert een overeenkomend kaartje uit het midden om te draaien (zoals bij Memory). Indien het kaartje overeenkomt met de dobbelsteenworp en als er nog plaats is in de eigen tuin, mag het kind het kaartje nemen en nog eens spelen.
Wordt de tuinman Waldemar (blijkbaar een bekende kinder-tuinman in Duitsland) gedobbeld, dan mag het kind een kaartje naar keuze proberen te vinden om in zijn eigen tuin te plaatsen. Wie een paardenbloem dobbelt, moet een beurt overslaan om onkruid te wieden. En als een kriebeldiertje gedobbeld wordt, moet een reeds geplaatst plantenkaartje terug naar de tafel.
Wie er als eerste in slaagt om de 16 vakjes van de eigen tuin met de juiste kaartjes te bedekken, wint het spel.
Het spelconcept is goed aangepast aan de doelleeftijd. De betekenis van de verschillende kaarten is duidelijk en de acht soorten planten zijn bekend bij de kinderen. De kaartjes zijn goed voorzien van het passende symbool op de dobbelsteen, zodat er geen twijfel kan ontstaan welke kaart bij welke dobbelsteenworp hoort. De speelborden en -kaartjes zijn dik genoeg om veel door jonge kinderen gebruikt te worden.
De Duitse spelregels vermelden nog extra achtergrondinformatie over alle soorten planten die in het spel gebruikt worden.
Dit is een prima natuur-verzamelspel voor kleuters.