Winkelspel 2001

In de stevige houten doos liggen zes grote dobbelstenen, 102 fruit- en groentekaartjes, 2 stevige winkelkaarten en 100 witte ronde schijven (geld). Vier dobbelstenen tonen fruit en/of groenten op hun zijden. De twee andere dobbelstenen bevatten 1 tot 6 stippen en 1 tot 3 stippen (2 keer).
Het spelregelboekje geeft negen verschillende spelvormen waarbij telkens tot drie kinderen fruit en/of groenten aankopen bij één winkelier.
Bij elk spel wordt heel precies aangegeven met welk materiaal wordt gespeeld. Meestal bepalen één of twee dobbelstenen wat er gekocht wordt. De stippendobbelsteen bepaalt telkens de prijs. Wie b.v. een banaan dobbelt en een '2' kan ofwel twee bananen aankopen tegen de vastgestelde prijs (die op de winkelkaarten staat) of koopt de banaan voor twee munten. Eén dobbelsteen toont soms 1 tot 3 stukken fruit of groenten. Hierdoor kan het kind dan 1 tot 3 stukken aankopen in de winkel. Andere spelvormen geven het kind een bepaalde som die vrij kan besteed worden in de winkel. Het kan ook zijn dat de gewone dobbelsteen bepaalt hoeveel kan gekocht worden. De aankoopbedragen op de winkelkaart moeten dan goed bestudeerd worden om dit bedrag te kunnen spenderen.
Het spel is niet goedkoop maar de kwaliteit is uitstekend aangepast aan een schoolomgeving.
De studenten aan onze lerarenopleiding hier in Brugge zijn razend enthousiast over dit spel. De feedback die ze krijgen op hun stages is unaniem heel lovend.