Bron: Spellenlab
Elke speler krijgt vier speelstenen in eenzelfde kleur. Iedereen probeert als eerste al zijn eigen speelstenen in het doelveld te brengen.
De speciale dobbelsteen toont drie rode even getallen (2, 4 en 6) en drie zwarte oneven getallen (1, 3 en 5).
Wie aan de beurt komt, dobbelt en verplaatst een eigen pion naar keuze. Bij een even dobbelsteenworp mag je je pionnen vooruit verplaatsen en bij een oneven worp moet je helaas achteruit.
Landt je pion op een andere, dan moet de pion die er stond ook verplaatst worden (op net dezelfde wijze als de pion die er op landt). Op die wijze kunnen kettingreacties ontstaan.
Wordt een eigen steen door een andere op het doelveld binnen gebracht, dan vervallen de eventuele overtollige dobbelsteenogen. Maar als je een eigen pion direct zelf willen binnen brengen, dan moet dat heel precies gebeuren.
Een leuke variante wordt met slechts maximum vier spelers gespeeld. De stenen van het niet gebruikte kleur worden dan eerst door allen willekeurig over het parcours verdeeld. Tijdens het spel wordt niet met deze neutrale kleuren rechtsreeks gespeeld. Maar ze bewegen wel zodra een andere steen erop landt.
Dit eenvoudige dobbelsteenspel valt bijzonder goed mee bij kinderen vanaf 5 à 6 jaar. Ook volwassenen participeren graag aan een partijtje. De speelstenen zijn heel sober (ronde houten schijven). Indien men hier voor wat attractievere pionnen had gekozen, kreeg dit spel een hartje meer.