Bron: Spellenlab
Het spel bestaat uit 5 spelkaarten met daarop een weg. Deze kaarten worden naast elkaar gelegd. Op de eerste 2 kaarten staat enkel een weg, op de 3 laatste kaarten staat een nummer: 1 - 2 - 3. Deze nummers geven later de punten weer per gespeelde kaart. Elk voertuig met een dier wordt op één van de kaarten geplaatst. De plaats van de dieren worden willekeurig gekozen.
Daarna worden uit de stapel van 50 kaarten (10 van elk dier) 7 kaarten per speler uitgedeeld. Die bepalen welk voertuig vooruit kan.
Wie aan de beurt is, speelt een kaart uit. Daarna plaatst hij het dier die op de kaart staat 1 plaats vooruit. Het ander dier dat op de kaart vòòr dit dier staat, gaat een plaatsje achteruit. Wanneer je de kaart speelt van een dier dat op de eerste kaart staat, wordt dit dier achteraan in de rij gezet en schuiven alle andere dieren een plaatsje naar voor.
Zelf heb je het spel maar een stukje in de hand, want je weet natuurlijk nooit welke kaarten een andere speler zal spelen. Als speler beslis je om 7 beurten verder te spelen, of om op een bepaald moment te passen en geen kaarten meer uit te spelen. De ronde stopt als alle spelers passen of geen kaarten meer in de hand hebben. Wanneer de ronde eindigt, gebeurt de puntenverdeling. Je kan enkel punten krijgen voor kaarten die je hebt uitgespeeld. Staat een dier op de plaats met nummer 2, dan krijg je voor elke uitgespeelde kaart 2 punten.
Dit spel is zeer compact: je hebt niet veel ruimte nodig terwijl het toch een racespel is. Het is leuk om in te schatten wat de beste zet kan zijn, maar tegelijkertijd moet je heel flexibel denken, omdat je nooit kan inschatten wat een andere speler zal doen. Dat maakt de uitslag van een ronde dan ook vaak verrassend. De lay-out van de kaarten en de pionnen is zeer leuk: mooie, grappige figuren, zeer frisse kleuren. Het kleine doosje zorgt ervoor dat dit spel overal kan meegenomen worden. Kortom, het kon ons bekoren!