Bron: Spellenlab
‘Trans America’ is zonder enige twijfel een prima familiespel, zowel jong als oud hebben evenveel kans om te winnen. Iedereen kan vlug de spelregels vatten en een partijtje duurt niet lang. Daarenboven zijn een gezonde portie geluk en wat ruimtelijk inzicht nuttig maar niet van doorslaggevend belang.
Het komt er in dit legspel op neer om als eerste de vijf steden (die je toevallig via kaartjes bekomt) met elkaar te verbinden. Wie aan de beurt is, legt ofwel twee spoorstaafjes op enkele lijnen ofwel één spoorstaafje op een dubbele lijn. Deze laatste stellen de moeilijk aan te leggen sporen over rivieren of door gebergte voor. Het speelbord toont hiervoor een vereenvoudigde maar heel duidelijke kaart van de Verenigde Staten waarop de nodige steden voorkomen binnen een netwerk van driehoekjes.
In het begin plaatst iedereen zijn startpion op een kruispunt naar keuze. Vanaf dit punt mag gebouwd worden. Zodra twee (of meer) netwerken aan elkaar gesloten zijn, mogen de betrokken spelers op gelijk welke plaats van dit netwerk aftakkingen aanbrengen. Wie goed uitkijkt en op het gepaste moment verbind (of laat verbinden) kan daar zeker zijn voordeel uithalen... Al wat door een ander is gelegd moet zelf niet geplaatst worden.
Na enkele partijen leer je het speelbord goed kennen en weet je waar de moeilijk te verbinden steden liggen. De startspeler heeft daardoor soms wat nadeel.
Een volledig spel bestaat meestal uit meerdere partijen. Na elke ronde wordt nl. nagekeken hoeveel sporen er per speler ontbreken. Deze aantallen worden op een scorelijn bijgehouden. Het spel eindigt (meestal) als iemand reeds meer dan 13 staafjes te weinig kon leggen.
Plezant, uitdagend en steeds weer anders.