Bron: Spellenlab
Spel om de splitsingen in te oefenen:
Elke speler krijgt 6 kaartjes voor zich, die liggen verdekt voor de andere spelers.
Er liggen 3 kaarten op het spelbord. De speler die aan de beurt is, wisselt 1 of 2 kaarten, zodat de splitsing die op het bord ligt, aangepast wordt. Er komt nu een splitsing in de plaats die ook klopt. Het bovenste getal is telkens de som van de onderste getallen.
Wie geen verandering kan aanbrengen, moet een kaart bijnemen.
Degene die als eerste alle kaartjes kwijt is, wint het spel.