Bron: Spellenlab
Het doel van het spel is om alle vissen terug naar het startpunt te brengen, samen winnen ze het spel als alle luchtbellentegels zijn onthuld. Het spelbord wordt in het midden van de tafel geplaatst. De vier vissen worden aan de onderkant van het bord (op het startveld) geplaatst. De tegels worden op het bord gelegd met de luchtbellen zichtbaar. Leg de tegels niet op wegen en open velden. De spelers spelen samen en proberen alle tegels te onthullen terwijl ze samen over het bord bewegen. Kleine rode pijlvisjes geven de richting aan. Omkeren is verboden maar omwegen maken, is wel toegestaan. Dit is nodig om de vissen zoveel mogelijk samen te laten zwemmen. Eén speler gooit met de dobbelsteen. Samen beslissen ze welke vis het gegooide aantal ogen mag verplaatsen. Het aantal medespelers aanwezig op het veld waar hij terecht komt, bepaalt het aantal luchtbellen dat omgedraaid mag worden bv. sta je met drie op een veld dan kan je een tegel met 3 luchtbellen omdraaien of 3 tegels met 1 luchtbel (dit laatste zorgt ervoor dat je sneller op je eindbestemming geraakt). Aangezien er ook tegels met vier luchtbellen zijn, moet je minstens twee keer in het spel alle vier de vissen terug op één veld krijgen. Als je op een veld staat met een octopus en je een 6 werpt, kun je kiezen hoeveel stappen je vooruitgaat. Als er geen geschikte tegels zijn om op te draaien, mag je ook tegels inwisselen, bv. 3 luchtbellen omwisselen in 3 keer 1 luchtbel en op die manier er 2 kunnen omdraaien. Als een vis terugkomt op het startveld, moet hij stoppen en mag hij geen velden meer omdraaien. Als een vis zich eenmaal op het bord heeft verplaatst, moet hij stoppen op het startveld en mag hij geen vis meer omdraaien. Als de spelers alle tegels weten te onthullen, voordat alle vier vissen uit het rif zijn gezwommen, winnen ze het spel.
Dit is een leuk, coöperatief spel. Het spelbord is misschien op het eerste zicht wat druk, maar de tekeningen op de tegels spreken echt wel aan. Om het spel te winnen is het belangrijk om samen te blijven, en dit kan je het best door een klein aantal ogen te gooien. Het aantal luchtbellen op één kaartje is maximum vier. Aangezien je mag kiezen of je één kaartje van 4 luchtbellen omdraaien, of 2 kaartjes met 1 en 3 luchtbellen, of … ben je ook de splitsingen tot en met vier aan het oefenen.