Bron: Spellenlab
Alle dobbelstenen worden gegooid. De spelers tellen de ogen van alle dobbelstenen waarvan de het kleur niet voorkomt op de dobbelstenen die een ‘gekleurde stip’ tonen. Wie het snelst antwoordt, krijgt een witte schijf, wie verkeerd raadt, moet een witte schijf afgeven. Drie witte schijven worden ingewisseld voor een zwarte schijf die je niet meer kunt verliezen. De eerste speler die drie zwarte schijven verzamelt, wint het spel.
In het spelboekje worden er ook regels voorzien om de moeilijkheidsgraad aan te passen. Zo kan je bijvoorbeeld werken met minder dobbelstenen. Of een moeilijker spelvariant is, als ten minste twee stippen van dezelfde kleur voorkomen, dan moet je de ogen optellen van de dobbelstenen die wel in dit kleur zijn (dus eigenlijk de omgekeerde spelregel.)