Bron: Spellenlab
Bij het lezen van de titel denk je wellicht aan een spel waarbij je de weg zult moeten uitleggen. Na het lezen van de spelregels zul je dat idee moeten opbergen want nergens moet uitgelegd worden hoe iemand moet lopen. Er wordt nl. helemaal niet op een speelbord rondgelopen.
Het enige wat in dit bevallige doosje te vinden is, zijn een groot speelbord (op te bouwen uit zes stukken) en 54 vierkante kaartjes met een of andere tekening.
De grote tekening op het speelbord - een soort bovenaanzicht van een dorp of wijk - is in vakjes opgedeeld d.m.v. verticale en horizontale lijnen. Bovenaan elke kolom staat een cijfer (van 1 tot 9), in het begin van elke rij staat een letter (van A tot F). Hierdoor ontstaan 54 vakjes die elk met een code of coördinaat (b.v. D3) benoemd kunnen worden. Dit referentiesysteem heb je wellicht ook reeds op heel wat atlaskaarten zien staan.
In ‘Which way, please?’ wordt ‘geoefend’ om dit onderdeel van kaartlezen en atlasgebruik onder de knie te krijgen. De 54 aparte kaartjes passen elk bij een ander specifiek vakje op het speelbord. (Op elk kaartjes staat nl. een detail getekend dat slechts op één plaats op het speelbord voorkomt.)
Vooraf worden alle kaartjes op een stapel gelegd en één na één omgedraaid. Wie als eerste het getoonde detail terugvindt en daarenboven het snelst de juiste code van het overeenkomstige vakje kan noemen, krijgt het kaartje. Iedereen probeert zoveel mogelijk kaartjes te verzamelen.
Met dit mooie materiaal is zeker meer te doen. De spelregels vermelden wel nog lotto-variant maar wie creatief is, vindt zeker nog andere spelvormen. Het idee om op het speelbord toch een weg te beschrijven tussen punt A (een eerste kaartje) en punt B (= een tweede kaartje) kan wellicht zonder probleem uitgewerkt worden.