Bron: Spellenlab
Dit doosje bevat - net zoals de andere drie uit deze reeks - niet zo veel materiaal. In dit geval zijn er enkel 36 kleine (magnetische) kaartjes aanwezig: 12 seizoenkaarten (3 per seizoen), 12 maandkaartjes en 12 kaartjes met ‘dingen’.
Het spelregelboekje vermeld vier verschillende speelmogelijkheden telkens voor één of twee spelers. In spel 1 gaat het er om de puzzels van de vier seizoenen samen te stellen. Daarvoor moeten de speler op zoek gaan naar de bij elkaar passende seizoenkaartjes. (Op de kaartjes zijn kleine hints aangebracht.) Het eindresultaat geeft vier verschillende panorama’s die op een gelijkaardige manier zijn opgebouwd. Spel 2 bouwt verder op deze puzzel. De panorama’s worden in een cirkel geplaatst waardoor een volledig jaar gesimuleerd wordt. Op elk van de kaartjes wordt nu de gepaste maandkaart gelegd. Alle maandkaartjes tonen centraal een dier in actie (passend bij het seizoen) en twee kleine details die elk op hun beurt verwijzen naar ofwel de vorige, ofwel de volgende maand. (Op de kaartjes juni en juli b.v. staat de zon afgebeeld, op de kaartjes juli en augustus een halfvol glas, enz.) Deze tips zijn echter niet steeds even ‘doorzichtig’ want het gaat duidelijk om kleine details in de tekening. Gelukkig staat - voor de oudere kinderen - onderaan de naam van de maand in letters gedrukt. Nadat alle combinaties gelegd zijn, kan nog verder gespeeld worden met de ‘dingenkaartjes’. Om de beurt kan een speler dan zo’n kaartje op een of andere maand leggen en uitleggen waarom hij deze combinatie heeft gemaakt. Hier zijn duidelijk meerdere combinatiemogelijkheden voorhanden en wordt dus ingespeeld op de creativiteit van de spelers.
Spel 3 is niets anders dan een memory-lotto-variant. Elke speler zoekt naar de maandkaartjes die passen bij zijn seizoenkaarten. Spel 4 is duidelijk het moeilijkste ‘leerspel’. Dit idee is prima bruikbaar in de klas! De twee spelers proberen elk zoveel mogelijk duo’s te vormen van telkens één maand- en één seizoenkaartje. Beiden zijn ze in het begin in het bezit van een kleine voorraad van deze kaartjes. Om de beurt kunnen ze hun tegenspeler vragen naar een bepaald maandkaartje. Indien deze het kaartje niet bezit, dan mag de vragende speler een kaartje uit de voorraad nemen. Wie de meeste stapeltjes kon vormen, wint.
Dit spel bevat eenvoudig materiaal en enkele leuke ideeën. Vraag blijft waarom de dingenkaarten toegevoegd werden. De link in spel 2 kon beter uitgewerkt worden.
Opmerking: Doordat de kaartjes magnetisch zijn, zullen de gevormde stapeltjes niet snel door elkaar geraken... Veel meer moet daar niet achter gezocht worden.