Bron: Spellenlab
Troia is een uiterst kunstvol uitgegeven spel, elk onderdeel (doos, spelmateriaal, spelregelboekje, brochure met historische achtergrondinformatie,...) is met de grootste zorg ontwikkeld. Het is duidelijk dat hier een groot budget ter beschikking stond. (‘Troia’ is trouwens de eerste creatie van DaimlerChrysler AG in de spellenwereld...)
Het spel zelf brengt je volledig in de sfeer van de opgravingen op deze wereldberoemde site. Je kruipt er als het ware in de huid van een archeoloog, je handelingen verlopen volledig synchroon met de werkelijkheid! Doel van het spel is de meeste roem te vergaren door zo veel en zo goed mogelijke publicaties te verzorgen over je werk... maar daarvoor moet eerst ‘gegraven’ worden.
Centraal ligt de ‘opgravingsstapel’ van Troia. Deze wordt vooraf opgebouwd uit 73 verschillende vierkante puzzeldeeltjes. Vijf historisch correcte plattegronden van evenveel ontwikkelingsfasen liggen hierbij aan de basis. Elk van deze niveaus bestaat uit 9 (enkel de oudste fase) of 16 (elk van de vier bovenliggende fasen) puzzelstukken. Deze stukken worden kris kras (omgekeerd) op een toevallige hoop gelegd, de oudste stukken onderaan, de recentste bovenaan. Deze stapel wordt stukje bij beetje tijdens het spel door de deelnemende archeologen ontmanteld en bestudeerd. Naast het centrale speelbord liggen vijf bordjes waarop telkens een ander ontwikkelingsniveau gereconstrueerd zal worden. (Speciale symbooltjes op de puzzelstukjes verwijzen naar het passende niveau.)
Elke ronde opnieuw moeten de spelers een keuze maken a.h.v. hun genummerde actiekaarten: ofwel wil men opgraven en/of onderzoeken, ofwel gaat men over tot publiceren. (De speelvolgorde wordt door het getal op elke kaart bepaalt.) In het eerste geval mag een speler tot maximaal vijf puzzelstukjes verplaatsen. Bij het opgraven neemt hij daarbij de puzzelstukjes van de centrale stapel (enkel volledig vrijliggende stukjes kunnen weggenomen worden) en legt ze nabij zijn onderzoekstent (= zichtscherm). Pas bij het onderzoeken worden de stukjes achter het scherm gelegd en mag de speler ze omdraaien en bestuderen. Nu pas weet de speler of hij iets waardevols gevonden heeft... (zo niet een hoeveelheid opgravingspuin). Vervolgens gaat hij op zoek naar de juiste plaats op de bijpassende plattegrond. In het tweede geval worden de puzzelstukjes op de overeenkomstige plattegrond gelegd en wordt ‘gepubliceerd’. Enkel in deze actie kan een speler punten scoren. Hoe meer samenpassende kaartjes gelegd worden, hoe groter de score zal zijn. Let wel: elke speler heeft slechts 4 keer de kans om te publiceren... Gelukkig zijn er naast de hoofdpublicaties ook bijpublicaties mogelijk! Het tijdstip waarop en de volgorde waarin dit gebeurt, zijn daarbij niet onbelangrijk.
Met ‘Troia’ stap je de echte wereld van de archeologie binnen. Zelden heeft een spel zo goed de sfeer van haar onderwerp kunnen vastleggen... Terecht kreeg dit spel van de vakjury ‘Spiel des Jahres’ in 2001 de speciale prijs ‘Geschichte im Spiel’!
Een must voor spelers die geïnteresseerd zijn in de klassieke oudheid en daarbij oog hebben voor details!