Bron: Spellenlab
De spelers beschikken elk over drie beren in verschillende grootte. Ze proberen als eerste om alle eigen beren naar de honingraat te brengen.
Het speelbord toont een weg doorheen een bos. Elke speler heeft een starthuisje van waaruit hun drie beren het bos ingestuurd worden. Het bospad bestaat uit vakken die een gekleurde berenpoot tonen. Wie aan de beurt komt, dobbelt met een klassieke dobbelsteen. Bij een 2 mag die speler één van zijn drie beren twee vakken verplaatsen. Komt die beer op een vak van het bospad met een berenpoot van dezelfde kleur, dan mag de speler nog eens spelen. Komt hun beer in de buurt van de bocht waar een pijl in de eigen kleur staat, dan mag die beer afbuigen richting honingraat.
Bij deze versie leren de kinderen tussen tellen en kleuren herkennen. Bij een tweede spelregelversie duikt een extra dobbelsteen op. Deze toont vijf keer een ‘+’ en één keer een ‘-’. Wordt een plusteken gegooid, dan gaat een beer vooruit en bij een minteken moet je een beer achteruit plaatsen.
Een derde variant maakt gebruik van de verschillende grootte van de beren. Een grotere beer mag over een kleinere beer (kleur maakt niet uit) springen zonder het bezette vak te moeten meetellen. Zo kan een beer iets vlugger vooruit gaan. Als een kleinere beer over een grotere beer springt, moet het bezette vak wel meegeteld worden.
Het materiaal nodigt uit om te spelen. Dat zijn we niet gewoon van spellen uit de USA. De beren zijn stevig en het speelbord is niet overladen. De kleuren zijn functioneel, helder en duidelijk. Dit spel is een aanrader.